Laden en lossen supermarkt begrenzen in regels

Laden en lossen supermarkt begrenzen in regels of voorwaardenladen en lossen

Het college van B&W heeft een omgevingsvergunning verleend voor het vestigen van een supermarkt. In het pand van de supermarkt bevinden zich tevens een cafetaria, acht appartementen en een kapper. De laad- en losplaats van de supermarkt bevindt zich op korte afstand van het balkon van appellant.

Hij kan zich niet vinden in de omgevingsvergunning en stelt dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn belangen. Hij voert aan dat de beoogde laad- en losplaats zich onder zijn balkon bevindt. Hij vreest onaanvaardbare geluidsoverlast en schade vanwege het gebruik door grote vrachtwagens.

Op grond van artikel 2.5.40, vierde lid onder b van de bouwverordening kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in het eerste lid en het derde lid voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.

In de op bezwaar gehandhaafde omgevingsvergunning heeft de gemeente onder meer de volgende voorwaarde aan de omgevingsvergunning verbonden:

  • Laden en lossen ten behoeve van de winkel moet plaatsvinden op de daarvoor op kosten van de vergunninghouder aan te leggen laad- en losstrook aan de zijkant van de winkel (…).

De Afdeling overweegt als volgt: “Door het opnemen van het voorschrift voor het laden en lossen wordt op andere wijze in een ruimte voor laden en lossen voorzien, hetgaan in overeenstemming is met artikel 2.5.30, vierde lid, onder b, van de bouwverordening. De Afdeling stelt evenwel vast dat de laad- en losactiviteiten en de uren waarop ter plaatse wordt geladen en gelost niet zijn beperkt in de omgevingsvergunning. Op grond van de omgevingsvergunning is het derhalve toegestaan ook in de avonduren en in de weekenden te lossen met vrachtwagens, al dan niet met een draaiende koelmotor. Dat partij heeft verklaard de laad- en losplaats slechts enkele malen per week te gebruiken voor grotere vrachtwagens zonder koelaggregaat, doet er niet aan af dat de omgevingsvergunning ruimer gebruik toestaat. Het college heeft met het verlenen van de omgevingsvergunning zonder hieraan beperkingen te stellen ten aanzien van de laad- en losactiviteiten van de vrachtwagens onvoldoende rekening gehouden met de belangen van omwonenden. Het besluit is in zoverre ontoereikend gemotiveerd en mist een duidelijke en kenbare belangenafweging. (…).”

Zie verder uitspraak ABRS 13 maart 2019, no. 201802987/1/A1.