Eis in bestemmingsplan over Nbw 1998 onacceptabel

Eis in bestemmingsplan over Nbw 1998 onacceptabel

Nbw 1998

Een gemeente heeft in het bestemmingsplan een planregel opgenomen dat voor het college van b&w de verplichting bestaat om zich in te spannen voor een effectieve bescherming van een Natura 2000 gebied. Appellant betoogt dat deze regel overbodig is, omdat de significante effecten voor Natura 2000 gebieden van een bepaalde ontwikkeling worden getoetst aan de Nbw 1998.

De Raad van State zegt er het volgende over:

Deze bepaling houdt een opdracht in aan het college van b&w om op een zodanige manier gebruik te maken van de aan het college van b&w op grond van de Wabo en het bestemmingsplan toekomende bevoegdheden, dat strijd met de Nbw 1998 wordt voorkomen. Anders dan de raad stelt, bevat deze bepaling daarmee een, voor het college van b&w bindende instructienorm die een resultaatsverplichting inhoudt en tegelijkertijd een dwingende toetsingsgrond voor omgevingsvergunningen die bij het college van b&w wordt aangevraagd en die zien op activiteiten waarvoor het plan regels stelt. (…) Hier doet zich de vraag voor of een dergelijke regeling acceptabel is, bezien tegen de achtergrond van de artikelen 47 en volgende (…) van de Nbw 1998. Uit die artikelen volgt immers dat een omgevingsvergunning die betrekking heeft op projecten of andere handelingen waarvoor een vergunning op grond van artikel 19d van de Nbw 1998 nodig is, alleen wordt verleend als het bevoegd gezag dat bevoegd is te beslissen op een aanvraag om een dergelijke vergunning heeft verklaard dat daartegen geen bedenkingen heeft; dit is het zogenaamde aanhaken dat is geregeld in artikel 2.27, eerste lid van de Wabo. Op grond van deze regeling is het bevoegd gezag voor een eventuele vergunning op grond van de Nbw 1998, doorgaans het college van gedeputeerde staten, bevoegd  te beslissen over een verklaring van geen bedenkingen en daarmee verantwoordelijk voor de beoordeling of de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning wordt aangevraagd in overeenstemming is met de Nbw 1998. De regeling in het bestemmingsplan heeft echter als strekking die toetsing ook door het college van b&w te laten verrichten. Nu die toetsing in het stelsel van de Wabo en de Nbw 1998 is voorbehouden aan het bevoegd gezag op grond van die laatstgenoemde wet, verdraagt artikel 7 (…) van de planregels zich naar het oordeel van de Afdeling niet met artikel 47b van de Nbw 1998 en artikel 2.27, eerste lid van de Wabo.”

Zie uitspraak ABRS 5 augustus 2015, no. 201402159/1/R4.