Kort strijdig gebruik – een bestemmingsplan verzet zich niet tegen kortdurend en incidenteel gebruik van een perceel in strijd met het bestemmingsplan – paardrijden door derden
In deze casus die aan de orde komt in een uitspraak van de Afdeling van 20 februari 2013, no. 201206143/1/A1 komt het paardrijden door derden aan de orde.
De Afdeling overweegt: “De stelling van appellant dat gemiddeld slechts twee uur per week wordt paardgereden levert geen grond op voor het oordeel dat dit gebruik kan worden aangemerkt als kortdurend en incidenteel, dat slechts bij uitzondering plaatsvindt. Het gebruik van het perceel voor paardrijden is niet incidenteel en uitzonderlijk, maar vindt wekelijks plaats. Dat niet in de winterperiode wordt paardgereden, maakt dit niet anders. De rest van het jaar wordt wel paardgereden. Dit gebruik is onvoldoende om geen strijdig gebruik met het bestemmingsplan aan te nemen. (…) Tijdens het paardrijden wordt het perceel intensief gebruikt en bovendien wordt het perceel dan niet verlaten. Aldus wordt een specifiek ruimtebeslag op het perceel gelegd, waar verder geen agrarisch grondgebruik plaatsvindt.”