Belanghebbende omgevingsvergunning natuurlijk persoon

Belanghebbende omgevingsvergunning en gevolgen van enige betekenisbelanghebbende omgevingsvergunning

  • artikel 1:2, eerste lid Awb
  • natuurlijke persoon

De Raad van State gebruikt de volgende (standaard)overweging om aan te geven of een appellant al dan niet belanghebbende is:

Om als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid van de Awb te kunnen worden aangemerkt, moet een natuurlijke persoon een voldoende objectief bepaalbaar belang bij het besluit hebben. Het uitgangspunt is dat degene die rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van de activiteit, in beginsel belanghebbende is bij de vaststelling van dat besluit. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (…) dient het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ als correctie op dat uitgangspunt. Gevolgen van enige betekenis ontbreken indien de gevolgen wel zijn vast te stellen, maar de gevolgen van de activiteit voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie voor de betrokkene dermate gering zijn dat een persoonlijk belang bij het besluit ontbreekt. Daarbij wordt acht geslagen op de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen (o.a. geur, geluid, licht, trilling, emissie, risico van de activiteit die het besluit toestaat, waarbij die factoren zo nodig in onderlinge samenhang worden bezien. Ook aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen kunnen van belang zijn.”

In deze casus ging het om de verlening van een omgevingsvergunning voor de bouw van een hotel en telt het aspect uitzicht ook mee:

Appellant heeft ter zitting van de Afdeling gesteld dat hij vanuit het op zijn perceel aanwezige tuinhuis zicht heeft op het pension. De Afdeling volgt hem daarin, maar dat leidt niet zonder meer tot de conclusie dat appellant gevolgen van enige betekenis ondervindt van het project. Uit de ter zitting geschetste situatie blijkt dat het tuinhuis gericht is op de tuin en de woning van appellant en dat er alleen zicht is op het pension vanuit een dakkapel aan de achterkant van het tuinhuis (…). Lees meer in r.o. 2.3 van uitspraak ABRS 30 oktober 2019, no. 201900916/1/A1. Belanghebbende omgevingsvergunning.