MER en bestemmingsplan

MER en bestemmingsplan – Kijk bij controle of activiteit al dan niet drempelwaarden overschrijdt naar de maximale planologische mogelijkheden van het bestemmingsplan

In een uitspraak van de Afdeling van 19 december 2012, no. 201109052/1/R2 wordt weer eens duidelijk dat de maximale planologische mogelijkheden van het bestemmingsplan erg belangrijk zijn bij het bepalen of de voorgenomen activiteit de drempelwaarden al dan niet zullen overschrijden.

Het bestemmingsplan in kwestie maakt zandwinning mogelijk en voorziet in de realisatie van een nieuwe ontsluitingsweg. Na de beëindiging van de zandwinning zal de locatie worden ontwikkeld tot natuur- en recreatiegebied. Het plangebied heeft een omvang van 36 hectare.

Appellanten betogen dat de raad ten onrechte geen milieueffectrapport heeft gemaakt.

Wettelijk kader MER en bestemmingsplan  Op grond van onderdeel C, categorie 16.1, van de bijlage van het Besluit m.e.r., is het maken van een MER verplicht ten aanzien van de winning van oppervlaktedelfstoffen uit de landbodem in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een winplaats van 100 hectare of meer, of op een aantal winplaatsen die tezamen 100 hectare of meer omvatten en die in elkaars nabijheid liggen. In kolom 3 is als MER-plichtig plan bij deze activiteit onder meer het bestemmingsplan aangewezen.

De Afdeling overweegt:Gelet hierop stelt de Afdeling vast dat het plan niet de drempelwaarde overschrijdt zoals genoemd in categorie 16.1 voor zover dat betreft een winplaats van 100 hectare of meer. Naar het oordeel van de Afdeling moet echter tevens worden gekeken naar de drempelwaarde voor zover dat betreft een aantal winplaatsen die in elkaars nabijheid liggen. Hiertoe wordt overwogen dat ten zuiden van het gebied een bestaande ontgronding in uitvoering is, en dat deze ontgronding op een afstand van slechts ongeveer 40 meter van het plangebied plaatsvindt. Uit het deskundigenbericht blijkt dat het gehele ontgrondingenproject een oppervlakte heeft van 65 hectare. De beide ontgrondingslocaties (…) omvatten tezamen een totale oppervlakte van 101 hectare. Hiermee wordt de in categorie 16.1 opgenomen drempelwaarde voor het maken van een MER overschreden. 

(…) Gelet hierop dient ook voor de locatie (…) te worden uitgegaan van de maximale planologische mogelijkheden en niet slechts van de oppervlakte van gronden waar uiteindelijk de recreatieplas zal worden gerealiseerd.”

Zie voor details r.o. 3.4.2 e.v.