Plattelandswoning jurisprudentie artikel 1.1a Wabo

Plattelandswoning jurisprudentie – artikel 1.1a Waboplattelandswoning jurisprudentie

  • derde in de zin van artikel 1.1a Wabo

Het college van b&w van de gemeente Loon op Zand heeft een omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van een bestaande agrarische bedrijfswoning naar plattelandswoning. Al enige tijd wordt de woning gebruikt als plattelandswoning.

Volgens appellant is de omgevingsvergunning ten onrechte verleend. Volgens hem kan de vergunninghouder niet worden aangemerkt als een derde in de zin van artikel 1.1a van de Wabo.

De Afdeling overweegt als volgt: “In het aangevoerde wordt geen grond gevonden voor het oordeel dat de rechtbank ten onrechte niet heeft onderkend dat het college niet bevoegd was omgevingsvergunning te verlenen. Volgens de geschiedenis van de totstandkoming van de Wijzigingswet (…) wordt onder een derde in de context van artikel 1.1a van de Wabo een persoon verstaan die niet of niet langer functioneel is verbonden aan de agrarische inrichting. Het college heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat vergunninghouder ten tijde van het besluit niet of niet langer functioneel verbonden was aan de nertsenhouderij (…).  

Lees meer in uitspraak ABRS 18 november 2015, no. 201500978/1/A1