aantal en omvang evenementen regelen in bestemmingsplan

Evenementen – vergeet niet aantal en omvang te regelen in bestemmingsplan

Het bestemmingsplan in kwestie maakt de uitbreiding van een recreatieterrein mogelijk. Op grond van de bestemming ‘Recreatie’ is het onder meer toegestaan evenementen  te houden in de vorm van medegebruik. Een evenement mag maximaal 7 (aaneengesloten) dagen duren en moet bestaan uit een voor publiek bestemde uitvoering/verrichting van vermaak op het gebied van sport, muziek of op sociaal-cultureel vlak.

De buurman betoogt dat het aantal evenementen per jaar en het maximum aantal toegestane bezoekers per evenement niet is gemaximeerd.

De Afdeling overweegt het volgende: “het ligt op de weg van de planwetgever om een beoordeling en afweging te maken of een bestemming die evenementen op een bepaalde locatie toestaat vanuit ruimtelijk oogpunt is aangewezen. Ook dient deze over onder meer het toegestane aantal evenementen per jaar en de maximale bezoekersaantallen, regels te stellen voor zover dat uit een oogpunt van ruimtelijke aanvaardbaarheid op een locatie van belang is. Deze beoordeling en afweging zijn een andere dan die op grond waarvan in een concreet geval voor een evenement al dan niet vergunning wordt verleend op grond van de APV.” Zie verder r.o. 5.3 van uitspraak ABRS 27 november 2013, no. 201301086/1/R3

Aantal evenementen limiteren in planregels bestemmingsplan

Aantal evenementen limiteren in planregels van bestemmingsplan

Het betreffende bestemmingsplan maakt binnen de bestemming ‘Groen’ en ‘Water’ evenementen mogelijk. Hiermee kunnen volgens het bestemmingsplan evenementen uit categorie I en II worden georganiseerd. Volgens de plaatselijke wijkvereniging is dit in strijd met een goede ruimtelijke ordening, nu in de planregels geen maximum is opgenomen voor het aantal evenementen uit categorie I. Volgens hen is het hierdoor mogelijk dat elke dag tot 20.00 uur evenementen worden gehouden, waarbij de maximale geluidbelasting op de dichtstbijzijnde gevel 70 dB(A) bedraagt.

De Afdeling overweegt het volgende:De raad heeft in het verweerschrift gesteld dat met de evenementenregeling in dit plan is beoogd aan te sluiten bij de bestaande praktijk. In het evenementenseizoen 2011-2012, dat liep van 1 april tot en met 31 maart 2012, zijn (…) 29 evenementen gehouden uit categorie I. Gelet op dit aantal heeft de raad onvoldoende gemotiveerd waarom op grond van het plan een ongelimiteerd aantal evenementen uit categorie I (…) mag worden gehouden. Voorts heeft de raad niet gemotiveerd dat, uitgaande van de maximale planologische mogelijkheden, dagelijks evenementen met 1000 bezoekers en een maximale geluidproductie van 70 dB(A) op de dichtstbijzijnde gevel ruimtelijk aanvaardbaar is. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat dergelijke evenementen binnen het gehele park mogelijk zijn en het park grenst aan een woonwijk.”

Zie verder r.o. 10.2 uit de uitspraak ABRS 4 september 2013, no. 201211995/1/R4

omgevingsjurist

Overlast evenementen regelen in bestemmingsplan

Overlast evenementen regelen in bestemmingsplanoverlast evenementen

Er zijn inmiddels al aardig wat uitspraken verschenen over het regelen van evenementen in het bestemmingsplan. Hierbij een handig overzicht dat je kunt downloaden. In een uitspraak van 20 juni 2012, no. 201109470/1/R4 bevestigt de Afdeling nog eens haar lijn:

het ligt op de weg van de planwetgever om omtrent, onder meer, het toegestane aantal evenementen per jaar, de soorten en de maximale bezoekersaantallen voorschriften te stellen, voor zover dat uit een oogpunt van ruimtelijke aanvaardbaarheid van een evenemententerrein op een bepaalde locatie van belang is. Het gaat hier om de beoordeling en de afweging of een bestemming die gedurende een planperiode evenementen op een bepaalde locatie toestaat vanuit ruimtelijk oogpunt is aangewezen. Deze beoordeling en afweging is een andere dan die op grond waarvan, in een concreet geval, voor een evenement al dan niet vergunning op grond van de APV wordt verleend. Regulering van evenementenvergunningen in de APV geschiedt immers met name vanuit het oogpunt van de openbare orde, en waarborgt niet de vereiste planologische zekerheid.”