Overgangsrecht bestemmingsplan en bestaande en legale gevallen

Overgangsrecht bestemmingsplan 

Bestaande en legale gevallen kunnen niet onder overgangsrecht van bestemmingsplan vallen.

In tegenstelling tot het vorige bestemmingsplan heeft de gemeente de buitenopslag van een bestaande loonbedrijf aangemerkt als strijdig gebruik en onder het gebruiksovergangsrecht van het bestemmingsplan gebracht.

Overgangsrecht bestemmingsplan – In deze uitspraak van de Afdeling van 31 oktober 2012 een mooi overzicht van de aspecten die spelen aangaande bestaand gebruik en het overgangsrecht bij bestaande en legale gevallen. 

De Afdeling overweegt: “Derhalve is dit bestaande legale gebruik niet meer als zodanig toegestaan. (1)Bestaand legaal gebruik moet in het algemeen worden toegestaan door middel van een bestemmingsregeling die dat gebruik toestaat. (2)Dit uitgangspunt kan slechts uitzondering vinden als het toestaan van bestaand gebruik op basis van gewijzigde planologische inzichten niet langer in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en het belang bij de nieuwe regeling zwaarder weegt dan de gevestigde rechten en belangen. (3)Daarnaast moet aannemelijk zijn dat de beoogde regeling binnen de planperiode uitvoerbaar zal zijn. Niet is gebleken dat het gemeentebestuur in dit geval voornemens is voormeld gebruik te doen beëindigen. (4)Evenmin is gebleken dat de belangen die zijn gediend bij het  niet zodanig toestaan van de buitenopslag zijn afgewogen tegen de belangen van appellant bij dit gebruik.

Met de algemene stelling van het buitengebied dat verrommeling van het buitengebied dient te worden tegengegaan gaat de raad ten onrechte voorbij aan bestaande legale gevallen waarbij maatwerk op perceelsniveau moet en kan worden geleverd. Voor zover de raad verwijst naar de afwijkingsbevoegdheid op grond waarvan onder voorwaarden buitenopslag alsnog als zodanig kan worden toegestaan, had het bij bestaande en legale gevallen in de rede gelegen reeds bij de vaststelling van dit plan te bezien of dit gebruik direct als zodanig kan worden toegestaan. Een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid is in die gevallen geen passende regeling. Het betoog slaagt.”