Geluid bewoners woonzorgcomplex en omwonenden

Geluid bewoners woonzorgcomplex en omwonendengeluid bewoners woonzorgcomplex

  • geluid bewoners woonzorgcomplex
  • geluidwaarden rustige woonwijk
  • planologisch nieuwe situatie of bestaande situatie en toepassing VNG-brochure

Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning hebben betrekking op een deel van een woonzorgcomplex. Eén van de omwonenden vreest onaanvaardbare geluidhinder als gevolg van het plan. Zij wijst erop dat de bewoners van het zorgcomplex hard en ongecontroleerd kunnen schreeuwen en krijsen. De woning van appellant bevindt zich op een afstand van ongeveer 20 meter vanaf de in het plan voorziene dierenweide.

In het geluidrapport is de omgeving aangemerkt als omgevingstype rustige woonwijk. Daarvoor gelden toetswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Lar,LT) van 45 dB(A), en voor het maximale geluidniveau (LAmax) van 65 dB(A) gedurende de dagperiode. In het geluidrapport is onderkend dat de bewoners van het woonzorgcomplex kunnen schreeuwen. Voor het schreeuwen is in het geluidrapport een bronvermogen Lwr gehanteerd van 80 dB(A) en een maximaa geluidsniveau LwA max van 95 dB(A). Deze waarde kan volgens het geluidrapport voorkomen op het gehele terrein van de kinderboerderij.

Planologisch nieuwe situatie? Volgens appellant mag de raad niet de VNG-brochure toepassen omdat deze slechts van toepassing is op planologisch nieuwe situaties en niet op een bestaande situatie waarbij sprake is van een herordening van activiteiten. Volgens de Afdeling gaat het om een planherziening, zodat de Afdeling geen aanleiding ziet voor het oordeel dat de raad voor de beoordeling van de geluidsituatie ter plaatse van de woning van appellant geen gebruik heeft mogen maken van de VNG-brochure. De Afdeling neemt daarbij in aanmerking dat de bedoelde brochure, als handreiking weliswaar bedoeld is voor nieuwe situaties, maar ook in bestaande situaties en daardoor tevens in geval van een ruimtelijke herontwikkeling, een indicatie kan geven van de aanvaardbaarheid van het plan uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening.

Lees meer in uitspraak ABRS 18 april 2018, no. 201701010/1/R3.