afwijkingsbevoegdheid bestemmingsplan voor uitbreiding bebouwing intensieve veehouderij milieugevolgen in beeld brengen

Afwijkingsbevoegdheid bestemmingsplan: Breng vóór het opnemen van een afwijkingsbevoegdheid in het bestemmingsplan voor uitbreiding bebouwing intensieve veehouderij de milieugevolgen in beeld 

In een bestemmingsplan heeft de gemeente een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om uitbreiding van bebouwing bij een intensieve veehouderij mogelijk te maken. In het kader van de voorbereiding van het plan heeft de gemeente een milieueffectrapport uitgebracht. In het MER is geconcludeerd dat de voorziene intensieve veehouderij niet leidt tot significante gevolgen op het nabij gelegen Natura-2000 gebied.

Appellant betoogt dat de raad ten onrechte niet heeft onderzocht welke gevolgen de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid die is neergelegd in het bestemmingsplan, kan hebben voor het milieu en de natuur.

Volgens het MER is toepassing van de afwijkingsbevoegdheid alleen mogelijk onder voorwaarden die er met name toe strekken dat de milieugevolgen in afdoende mate binnen de perken blijven en is essentie niet anders worden dan in het MER beschreven.

De Afdeling overweegt: “dat met het opnemen van de afwijkingsbevoegdheid de uitbreiding van de bebouwing die wordt gebruikt ten behoeve van de intensieve veehouderij tot 1 ha in beginsel planologisch aanvaardbaar moet worden geacht. Dit brengt met zich dat de raad reeds bij de vaststelling van het plan, en niet eerst bij de toepassing van de afwijkingsvoorwaarden, moet hebben afgewogen of de situatie die kan ontstaan door de toepassing van deze bevoegdheid planologisch aanvaardbaar is. Gelet hierop heeft de raad de vraag of de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid gevolgen kan hebben voor het milieu en de natuur niet mogen afdoen met de enkele verwijzing naar de afwijkingsvoorwaarden. Het had op de weg van de raad gelegen in zoverre reeds bij de vaststelling van het plan nader onderzoek naar deze gevolgen te doen. Het plan is in zoverre in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid vastgesteld.”

Zie uitspraak ABRS 10 april 2013, no. 201208049/1/R2