Archeologisch onderzoek kan groene karakter van plangebied in bestemmingsplan aantasten

Archeologisch onderzoek kan groene karakter van plangebied in bestemmingsplan aantasten

Hier sta je als planmaker meestal niet bij stil.

In een bestemmingsplan is voor het uitvoeren van archeologisch onderzoek een uitzondering gemaakt op de verplichting voor een omgevingsvergunning:

Ingevolge artikel (…) van de planregels is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke noodzakelijk zijn voor archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige.”

Ten aanzien van het betoog van appellant en anderen dat door archeologisch onderzoek het groene karakter van het perceel kan worden aangetast, overweegt de Afdelingdat de raad onvoldoende heeft gemotiveerd op welke wijze is gewaarborgd dat uitvoering van archeologisch onderzoek geen onevenredige aantasting van het groene karakter van het perceel zal kunnen opleveren, nu werken en werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen zijn uitgezonderd van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Hierbij neemt de Afdeling in aanmerking dat het onderzoek (…) heeft uitgewezen dat de kans op het voorkomen van archeologische resten op het perceel groot is, waardoor te verwachten is dat binnen het plangebied archeologisch onderzoek zal worden uitgevoerd. Het betoog slaagt”. 

Zie uitspraak ABRS 27 maart 2013, no. 201206478/1/T1/R2.

Archeologie agrarische grond 50 cm onder het maaiveld verstoord

Archeologie agrarische grond –  50 cm onder het maaiveld verstoord in het kader van archeologisch onderzoek bij bestemmingsplan

De gemeente heeft in het bestemmingsplan de volgende planregel bij de bestemming ‘Waarde – Archeologie’ opgenomen:

de vergunningplicht – en daarmee de onderzoeksverplichting – geldt voor werkzaamheden in de bodem vanaf een diepte van 50 cm onder het bestaande maaiveld voor gronden met de bestemming ‘Agrarisch met waarden – Landschap of ‘Agrarisch met waarden – Landschap en natuur'”

Volgens appellant gaat is de raad er ten onrechte vanuit gegaan dat deze gronden al vanaf deze diepte verstoord zijn. Dit is volgens hem niet onderzocht en gaat regulier agrarisch gebruik niet dieper dan 25 à 30 cm beneden het maaiveld.

De Afdeling kan de gemeente niet volgen. De raad heeft hierbij het voorbeeld genoemd het scheuren van grond en het aanleggen van drainage. Volgens de Afdeling zijn dit niet-reguliere, incidentele werkzaamheden in de agrarische bedrijfsvoering. In geval van de aanleg van drainage is de bodem slechts verstoord ter plaatse van de drainagebuizen, zodat niet voor het gehele perceel kan worden aangenomen dat de bodem tot 50 cm onder het bestaande maaiveld is verstoord.

Zie uitspraak ABRS 20 maart 2013, no. 201205452/1/R4.