Bijbehorend bouwwerk bedrijf en ondergeschiktheid aan woning

Bijbehorend bouwwerk bedrijf is niet ondergeschikt aan woningbijbehorend bouwwerk bedrijf

Volgens vaste jurisprudentie is het begrip bijgebouw een zelfstandig begrip. Omdat ‘bijgebouw’ niet nader is gespecificeerd in het Besluit ruimtelijke ordening moet volgens de Afdeling aansluiting worden gezocht bij de criteria zoals die zijn ontwikkeld in de jurisprudentie.

Bijgebouw: een gebouw dat zowel in bouwkundige als in functionele zin ondergeschikt is aan en ten dienste staat van een hoofdgebouw.

In dit geval gaat het om een botenhuis nabij een woning. Het botenhuis wordt behalve voor privé-doeleinden, ook voor bedrijfsmatige doeleinden gebruikt. Volgens de Afdeling heeft dit tot gevolg dat het botenhuis niet meer ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de woning, zodat het niet als een bijgebouw als bedoeld in artikel 4.1.1 van het Bro kan worden aangemerkt. Het college was om die reden niet bevoegd om de ontheffingsmogelijkheid op grond van artikel 3.23 Wro toe te passen.

Zie uitspraak ABRS 5 september 2012, 20111192/1/A1.

Noot MH

Artikel 4.1.1 Bro is inmiddels vervallen. De zgn. buitenplanse ontheffingsmogelijkheid is vervangen door artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) juncto artikel 4 Besluit omgevingsrecht (Bor). Het begrip ‘bijgebouw’ valt nu onder de noemer ‘bijbehorend bouwwerk’. Bovengenoemde uitspraak blijft echter interessant voor de bestaande praktijk vanwege de eisen van ‘ondergeschikt is aan en ten dienste staat van’.

omgevingsjurist