Voorkeursgrenswaarde geluid en belanghebbende

Voorkeursgrenswaarde geluid en belanghebbendevoorkeursgrenswaarde geluid

Met een gewijzigd uitwerkingsplan wordt de bouw van 56 grondgebonden woningen mogelijk gemaakt. Appellant voert onder meer aan dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden. Volgens hem overschrijdt het plan hiermee de planregel uit het moederplan waarin staat aangegeven dat voldaan moet worden aan de voorkeursgrenswaarde geluid op de gevel van 48 dB, zoals aangegeven in de Wet geluidhinder. Appellant heeft uitzicht op de beoogde woningen.

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (…) kan een appellant die een besluit aanvecht tot vaststelling van een bestemmingsplan dat de oprichting van een of meer woningen in het uitzicht van zijn woning mogelijk maakt en die zich beroept op bescherming van zijn woon- en leefklimaat, zich om vernietiging van dat besluit te bewerkstelligen zich in beginsel niet succesvol beroepen op het niet in acht nemen van de normen van de Wgh voor zover het betreft de geluidbelasting ter hoogte van de op te richten woning of woningen. Een appellant kan zich ook niet beroepen op de mogelijke gevolgen van de geluidbelasting vanwege het wegverkeer voor het woon- en leefklimaat bij de nieuw te bouwen woning. Hij beroept zich dan op aspecten van de norm van een goede ruimtelijke ordening, als neergelegd in artikel 3.1 van de Wro, die in dat geval niet zien op bescherming van zijn belangen (…). Dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB ter hoogte van een aantal woningen in het plangebied zal worden overschreden (…) kan niet leiden tot vernietiging van het besluit (…). Zij beroepen zich op een norm die niet strekt tot de bescherming van hun belangen, maar die strekt tot de bescherming van de belangen van de toekomstige bewoners van de nog te realiseren woningen in het plangebied. Niet is gebleken dat appellant en anderen in het plangebied zullen gaan wonen. Het in artikel 8.69a van de Awb neergelegde relativiteitsbeginsel staat dan ook in de weg aan een inhoudelijke beoordeling van hun betoog over de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde.” Lees verder in r.o. 11 van uitspraak ABRS 8 december 2021, no. 202100122/1/R2.

Belanghebbende geluid van festival

Belanghebbende geluid van festivalbelanghebbende geluid

Het college van B&W heeft een evenementenvergunning verleend voor het organiseren van een muziekfestival (hardcore). De rechtbank had het ingestelde beroep niet ontvankelijk verklaard.

Het festival vindt jaarlijks in augustus plaats van vrijdag tot en met zondag. Hierbij worden in de buitenlucht door middel van versterkende apparatuur hardcore, etc. gedraaid. In de vergunning is bepaald dat het geluidsniveau niet meer mag bedragen dan 75 dB(A) en 95 dB(C) op de dichtstbijzijnde geluidsgevoelige gevels in de omgeving.

Appellant betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij hinder van enige betekenis ondervindt en daardoor geen belanghebbende is.

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (…) geldt als uitgangspunt dat degene die rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die een besluit toestaat, in beginsel belanghebbende is bij dat besluit. Het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ dient als correctie op dit uitgangspunt. Als gevolgen van enige betekenis ontbreken wordt geen belanghebbendheid aangenomen. Gevolgen van enige betekenis ontbreken indien de gevolgen wel zijn vast te stellen, maar de gevolgen van de activiteit voor woon-, leef- of bedrijfssituatie van de betrokkene dermate gering zijn dat een persoonlijk belang bij het besluit ontbreekt. Daarbij wordt acht geslagen op de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen (onder andere geur, geluid, licht, trilling, emissie en risico) van de activiteit die het besluit toestaat, waarbij die factoren zonodig in onderlinge samenhang worden bezien. Ook aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen kunnen van belang zijn.

Appellant woont ongeveer op een afstand van 7 km van het festivalterrein. Uit het meetverslag blijkt dat een geluidsniveau is gemeten van 49 dB(A) en 73,5 dB(C) en hierbij de opmerking is genoteerd: muziek goed hoorbaar, dreun ook. (…) Gelet op de hoogte van het geluidsniveau en de tijden waarop de muziek wordt afgespeeld, is naar het oordeel van de Afdeling aannemelijk dat appellant als gevolg van het festival gevolgen van enige betekenis ondervindt. Hij kan worden aangemerkt als belanghebbende (…).

Zie verder r.o. 2 e.v. van uitspraak 27 december 2018, no. 201707909/1/A3. (belanghebbende geluid)

Besluit hogere waarden Wet geluidhinder en belanghebbende

Besluit hogere waarden Wet geluidhinder en belanghebbende

Een belanghebbende is volgens artikel 1:2 van de Awb: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

Tot hoever reikt dit belang bij een besluit tot vaststelling hogere waarden ingevolge de Wet geluidhinder? Een uitspraak van de Afdeling van 16 oktober 2013, no. 201300837/1/R1 geeft daar een antwoord op:

(…) zijn bij een dergelijk besluit rechtstreeks de belangen betrokken van iedere persoon die door de realisering van de voorgenomen activiteit rechtstreeks in zijn belangen wordt geraakt. Nu appellant en anderen op korte afstand van de voorziene woningen wonen, worden zij rechtstreeks in hun belangen geraakt door de realisering van de woningen en derhalve eveneens door de vaststelling van hogere waarden van deze woningen.”