bestemmingsplan Buitengebied: check goed of voor wijzigingsplan melkveehouderij een plan-MER nodig is

bestemmingsplan Buitengebied: check goed of voor wijzigingsplan voor melkveehouderij een plan-MER nodig is

Via een wijzigingsplan heeft de gemeente de verplaatsing en uitbreiding van een melkveehouderij met  bedrijfswoning mogelijk gemaakt. Appellant betoogt dat er ten onrechte geen milieueffectrapportage dan wel een m.e.r.-beoordeling is gemaakt. Het college van b&w stelt dat het plan de drempelwaarden uit het Besluit m.e.r. niet overschrijdt, zodat geen m.e.r.-plicht dan wel een m.e.r.-beoordelingsplicht geldt.

Wettelijk kader

Op grond van artikel 7.2, tweede lid, in samenhang met artikel 2, derde lid, van het Besluit m.e.r. moet, terzake van de activiteiten als bedoeld in artikel 7.2, eerste, onder a en b, van de Wet milieubeheer, een MER voor plannen worden gemaakt voor de categorieën van plannen die zijn omschreven in kolom 3 van onderdeel C, onderscheidenlijk onderdeel D van de bijlage bij het Besluit m.e.r., voor zover die plannen een kader vormen voor een besluit als omschreven in artikel 2, vierde lid, van het Besluit m.e.r. en voor zover die plannen niet zijn aangewezen als categorieën van besluiten als bedoeld in dat lid.

Op grond van onderdeel D, onder 14, sub 9, van de bijlage van het Besluit m.e.r. is bepaald dat beoordeeld dient te worden of een m.e.r. dient te worden gemaakt in het kader van de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren waarin de activiteit betrekking heeft op meer dan 340 stuks melkkoeien ouder dan 2 jaar en vrouwelijk jongvee tot 2 jaar. In kolom 3 van onderdeel D zijn plannen als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wro opgenomen (wijzigingsplan).

De Afdeling overweegt:Niet in geschil is dat partij de wens heeft om het agrarisch bedrijf uit te laten groeien tot een bedrijf met ongeveer 200 melkkoeien die ouder zijn dan 2 jaar en 140 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar. De Afdeling stelt echter vast dat in het plan niet is gewaarborgd dat niet meer dan 340 dieren op deze locatie gehouden kunnen worden. De door partij ter zitting vermelde omstandigheid dat op het perceel naast koeienstallen ook stallingen voor opslag van voer en machines worden gebouwd doet daaraan niet af, nu het plan er niet aan in de weg staat dat het gehele plangebied, dat ongeveer 1,5 ha groot is, mag worden bebouwd ten behoeve van stalruimte voor dieren. Gelet op het voorgaande geldt op grond van artikel 7.13 van de Wet milieubeheer in samenhang met artikel 2, derde lid, van het Besluit m.e.r., voor het wijzigingsplan een plan-m.e.r.-plicht.” 

Noot

Deze uitspraak laat zien dat het erg belangrijk is om grenzen in de planregels van het bestemmingsplan aan te geven met betrekking tot aantallen stuks vee. Verder adviseer ik om tenminste altijd een m.e.r.-beoordeling te maken voor dergelijke plannen. Het simpel afdoen met de zin ‘de drempelwaarden uit het Besluit m.e.r. worden niet overschreden’ kan echt niet!

Zie uitspraak ABRS 8 mei 2013, no. 201208118/1/R1

 

uitbreiding veehouderij bestaat verplichting tot opstellen milieueffectrapport of m.e.r.-beoordeling indien de uitbreiding meer bedraagt dan in de vermelde drempelwaarde in bijlage Besluit m.e.r.

Uitbreiding veehouderij en verplichting tot opstellen van een MER of m.e.r.-beoordeling 

In de casus die aan de orde komt in uitspraak ABRS 3 april 2013, no. 201205230/1/A4 heeft het college van b&w een revisievergunning verleend voor een vleeskuikenhouderij. Er is vergunning verleend voor het houden van 119.100 vleeskuikens. Ten opzichte van de onderliggende vergunning neemt het aantal vleeskuikens af met 900 dieren.

Appellant stelt dat ten onrechte geen milieueffectrapport is opgesteld. In bijlage C en D van het Besluit m.e.r. staat onder meer genoemd in categorie 14, onderdeel C en cat. 14 onderdeel D dat onder meer voor de wijziging van een inrichting voor het fokken, mesten of houden van pluimvee waarin de activiteit betrekking heeft op een inrichting met meer dan 85.000 respectievelijk 60.000 plaatsen voor mesthoenders een milieueffectrapport of een m.e.r.-beoordeling moet worden opgesteld.

De Afdeling overweegt: “Zoals de Afdeling heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 30 maart 2011 in zaak nr. 201006537/1/M2) bestaat bij een voorgenomen uitbreiding van een veehouderij slechts een verplichting tot het opstellen van een milieueffectrapport dan wel een beoordeling of een milieueffectrapport moet worden gemaakt op grond van het Besluit m.e.r. indien die uitbreiding meer bedraagt dan de in de bijlage van het Besluit m.e.r. vermelde drempelwaarden. Reeds omdat geen vergunning is gevraagd voor een uitbreiding maar volgens de aanvraag het aantal dieren juist afneemt, worden de in de bijlage bij het Besluit m.e.r. vermelde drempelwaarden niet  overschreden. In zoverre bestaat er dan ook geen aanleiding voor het oordeel dat een milieueffectrapport had moeten worden opgesteld”.