Overgangsrecht bestemmingsplan onderzoek doen naar verleden recreatiewoning

Overgangsrecht bestemmingsplan: Voor vraag of beroep kan worden gedaan op gebruiksovergangsrecht is niet bepalend of eveneens beroep kan worden gedaan op het bouwovergangsrecht – gemeente moet onderzoek doen naar gebruik in verleden van recreatiewoning

Appellanten hebben bezwaar tegen de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan voor het buitengebied, omdat volgens hen ten onrechte geen woonbestemming aan hun perceel is toegekend. Het perceel heeft de bestemming ‘Agrarisch’ gekregen, evenals in het oude bestemmingsplan. Ze voeren aan dat de recreatiewoning sinds lange tijd permanent wordt bewoond, zodat de raad dit feitelijke gebruik als zodanig in het plan had moeten bestemmen. Verder geven ze aan dat het gemeentebestuur op de hoogte was van het feitelijke gebruik.

De gemeente geeft aan dat het toevoegen van nieuwe burgerwoningen aan het buitengebied niet wenselijk is.

De Afdeling overweegt: “Voor de vraag of een beroep kan worden op het gebruiksovergangsrecht is niet bepalend of eveneens een beroep op het bouwovergangsrecht mogelijk is. De raad had derhalve (…) dienen te onderzoeken of het gebruik was beschermd op grond van het overgangsrecht zoals opgenomen in artikel (…) van de planregels van het thans voorliggende plan, wederom onder de werking van het overgangsrecht zou zijn gebracht. Het opnieuw onder het overgangsrecht brengen van bestaand gebruik kan onder omstandigheden aanvaardbaar zijn. Hiervoor is in gevallen als het onderhavige in ieder geval vereist dat de gerechtvaardigde verwachting bestaat dat dit gebruik binnen de planperiode zal worden beëindigd. De raad had te meer aanleiding moeten zien nader onderzoek te verrichten nu uit de gemeentelijke basisadministratie, dat de raad als uitgangspunt heeft gehanteerd voor het bepalen of sprake is van gebruik dat is toegestaan op grond van het overgangsrecht, blijkt dat sinds 8 oktober 1999 personen staan ingeschreven op het adres. Niet gebleken is dat in de periode van 8 oktober 1999 tot 11 oktober 2007 – de datum waarop volgens de raad het gebruik is begonnen – de recreatiewoning niet in gebruik was voor permanente bewoning. Nu de raad niet heeft onderzocht of het bestaande gebruik was toegestaan op grond van het overgangsrecht, heeft de raad in zoverre bij de voorbereiding van het plan niet de nodige kennis vergaard omtrent de relevante feiten. Gelet op het vorenstaande is het plan in zoverre niet voldoende zorgvuldig voorbereid. Het betoog slaag.”

Zie uitspraak ABRS 17 juli 2013, no. 201206446/1/R2