Geluidhinder woonboot en goede ruimtelijke ordening

Geluidhinder woonboot en goede ruimtelijke ordeninggeluidhinder woonboot

Een enigszins opmerkelijke uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het onderwerp geluidhinder woonboot en een goede ruimtelijke ordening. Wat was er aan de hand?

Het college van B&W van de gemeente Velsen had een omgevingsvergunning geweigerd voor het in afwijking van het bestemmingsplan innemen van een ligplaats voor een woonboot. In 2011 heeft een toezichthouder van de gemeente vastgesteld dat met een woonboot een ligplaats was ingenomen in strijd met het bestemmingsplan. Op 13 september 2011 heeft de overtreder een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend om het strijdige te legaliseren. Bij besluit van 29 augustus 2014 heeft de gemeente deze aanvraag geweigerd vanwege strijd met een goede ruimtelijke ordening, gelet op de geluidbelasting van de rijksweg A9.

Appellant betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de Wet geluidhinder van toepassing is op de woonboot van appellant nu deze als een bouwwerk moet worden aangemerkt. Dit heeft volgens hem tot gevolg dat de woonboot als geluidgevoelig object in de zin van de Wet geluidhinder moet worden aangemerkt. De ligplaats ligt binnen de geluidzone van de rijksweg A9. Hier geldt ter plaatse een geluidproductieplafond van 64,1 dB. Nu daardoor niet aan de maximale ontheffingswaarde van 53 dB wordt voldaan, kon de omgevingsvergunning reeds hierom niet worden verleend.

De Afdeling overweegt als volgt: “Onder de Wgh zoals die luidde voor 1 juli 2012 waren de krachtens die wet gestelde nog niet van toepassing op ligplaatsen. Uit jurisprudentie zoals die toen luidde (…) volgde dat die normen evenmin van toepassing waren op woonboten, omdat deze niet konden worden aangemerkt als een geluidgevoelig gebouw in de zin van die wet. Ten tijde van de aanvraag was de Wgh niet aan de orde. (…). 

Zoals volgt zoals onder 4.4 is overwogen kan het weigeren van de gevraagde omgevingsvergunning niet worden gedragen door de geluidbelasting van de rijksweg A9. Dat ligt thans niet anders. (…) De conclusie is dat het college de geluidbelasting vanwege de rijksweg A9 niet ten grondslag mocht leggen aan het besluit van 8 april 2016 tot het opnieuw weigeren van de gevraagde omgevingsvergunning Dat besluit is in zoverre wederom ontoereikend gemotiveerd.”

Noot MH: Dat laatste aspect vind ik opmerkelijk. Omdat ik het weigeringsbesluit niet heb kunnen lezen blijft het gissen naar de motivering in dat besluit. Geluid in het kader van een goede ruimtelijke ordening is een zelfstandig aspect dat een college of raad bij elk besluit dient mee te nemen of te overwegen. Naar mijn mening is dat hier ook het geval. De geluidbelasting van de A9 kan namelijk in het kader van een goede ruimtelijke ordening wel degelijk onevenredig hoog zijn ook al is de Wet geluidhinder niet van toepassing. Is er wel sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse van de woonboot? Ik vind het opmerkelijk dat de Afdeling hier aan voorbij gaat.

Lees meer in uitspraak ABRS 6 december 2017, no. 201507976/1/A1.

Hulp nodig bij een onderbouwing voor een geluidsparagraaf? Bel of lees meer…

omgevingsjurist