Lichtmasten paardenhouderij en een goede ruimtelijke ordening

Lichtmasten paardenhouderij en een goede ruimtelijke ordeninglichtmasten paardenhouderij

Paardenhouderijen in het buitengebied blijven de gemoederen bezig houden. Er zijn tal van gemeentelijke beleidsnotities aan gewijd. Is het niet vanwege het vreemde en flinterdunne onderscheid tussen het opfokken of fokken van paarden, dan wel vanwege het plaatsen van lichtmasten bij paardenbakken. Het ruimtelijk relevante onderscheid tussen koeien in de weide of paarden ontgaat mij geheel.

Uit mijn woorden blijkt al mijn ergernis over dit soort vraagstukken. Wellicht dat ze paardenhouderijen en maneges voortaan naar de dorpskern kunnen verplaatsen. Weg met die paarden uit het buitengebied.

Lichtmasten paardenhouderij – In een uitspraak van de Afdeling van 9 mei 2012 komt de plaatsing van lichtmasten aan de orde nabij een paardenhouderij. Het gaat hier om een reeds bestaande paardenhouderij die met het bestemmingsplan wordt gelegaliseerd. Het bestemmingsplan laat verder lichtmasten toe met een maximale hoogte van 6 m. Volgens de bewoners van een nabij gelegen woning – afstand tot woning is 40 meter – wordt met de lichtinval het woon- en leefklimaat aangetast.

De Afdeling overweegt in eerste instantie dat in de planregels ten onrechte geen beperking is aangebracht ten aanzien van het aantal lichtmasten. Evenmin is ten onrechte niet de plaats bepaald van de masten. Volgens de Afdeling had de raad moeten onderbouwen dat er met de plaatsing van de lichtmasten geen aantasting van het woon- en leefklimaat plaatsvindt.

Ter zitting werd duidelijk dat de eigenaresse voornemens is maximaal 6 lichtmasten te plaatsen bij de buitenbak op een afstand van tenminste 65 meter van de woningen. Volgens de raad is een regeling in de planregels niet nodig, omdat de paardenhouderij valt onder het Besluit landbouw milieubeheer en daarin het gebruik van verlichting tijdens de nachtelijke uren nader is gereguleerd.

De Afdeling draait bij en concludeert vervolgens dat een nadere regeling in de planregels ten aanzien van de lichtmasten niet noodzakelijk is, gezien het bepaalde in het Besluit landbouw milieubeheer en de afstand van 65 meter tussen de lichtmasten en de woningen.

Tip voor de praktijk: Hoewel de Afdeling uiteindelijk concludeert dat een nadere regeling in de planregels van het bestemmingsplan niet nodig is, raad ik aan om in elk geval in de toelichting van het bestemmingsplan aandacht te besteden aan lichtmasten bij paardenhouderijen of maneges en eventuele hinder voor omliggende woningen. Betrek hierin de ook de feitelijke afstand van de lichtmasten tot de omliggende woningen. Ook kan m.i. een beperking in het aantal lichtmasten in de planregels geen kwaad, ondanks het bepaalde in het Besluit landbouw milieubeheer. Immers in het bestemmingsplan vindt de toets met betrekking tot een goede ruimtelijke ordening plaats en niet in het Besluit landbouw milieubeheer.

omgevingsjurist