uitsterfregeling bestemmingsplan bestaand gebruik van gebouw of voor gebruik

Uitsterfregeling bestemmingsplan bestaand gebruik gebouw –

Overweeg bij opnieuw onder overgangsrecht brengen van bestaand gebruik van een gebouw of voor het gebruik een uitsterfregeling kan worden opgenomen in het bestemmingsplan

De laatste tijd weer veel uitspraken van de Afdeling over het overgangsrecht brengen van bestaand gebruik van een gebouw en de beperkingen daarvan.

De standaardoverweging van de Afdeling luidt: “Onder omstandigheden kan het opnieuw onder het overgangsrecht brengen van het bestaande gebruik van een gebouw aanvaardbaar zijn. Hiervoor is vereist dat aannemelijk is dat deze vorm van gebruik binnen de planperiode zal worden beëindigd. Dit is evenwel in dit geval niet aannemelijk gemaakt. Gelet hierop heeft de raad niet in redelijkheid het gebruik als woning als zodanig had moeten worden beschermd, nu gebruik in strijd met een geldende bestemming dan wel gebruik dat onder het overgangsrecht valt in beginsel geen gerechtvaardigde rechten en verwachtingen kan doen ontstaan dat het gebruik als zodanig kan worden bestemd. 

Indien de raad van mening is dat het als zodanig bestemmen van het feitelijke gebruik niet mogelijk is, had het op de weg van de raad gelegen te bezien of voor het gebruik van de bestaande bebouwing op het perceel een uitsterfregeling in het plan had kunnen worden opgenomen. Een dergelijke uitsterfregeling kan bijvoorbeeld inhouden dat het houten gebouw weliswaar als bijgebouw met de daarbij behorende bouwregels wordt bestemd, maar dat in afwijking van het verbod van bewoning, bewoning van dit gebouw wordt toegestaan, met dien verstande dat bij beëindiging van de bewoning van dit gebouw, dit gebruik niet langer is toegestaan. Nu de raad niet in redelijkheid de bewoning van het houten gebouw opnieuw onder het overgangsrecht heeft kunnen brengen en de raad evenmin inzichtelijk heeft gemaakt of voor dit perceel in het plan een andere regeling had kunnen worden opgenomen, is het besluit in zoverre onzorgvuldig tot stand gekomen.”

Zie r.o. 1.6 van uitspraak ABRS 7 november 2012, no. 201202246/1/R3.

Uitsterfregeling bestemmingsplan in planregels

Uitsterfregeling bestemmingsplan in planregels is ook onder de Wro mogelijkuitsterfregeling bestemmingsplan

In een bestemmingsplan heeft de gemeente een uitsterfregeling opgenomen:

indien het gebruik van het onder h genoemde categorie 3.1-bedrijf gedurende minimaal één jaar is gestaakt, de gronden niet meer ten behoeve van een categorie 3.1-bedrijf in gebruik mogen worden genomen”.

Appellant meent dat de uitsterfregeling in strijd is met de Wro.

De Afdeling overweegt: Een uitsterfregeling betreft een bijzondere vorm van positief bestemmen, waarbij het gebruik, indien dit niet is beëindigd, niet opnieuw een aanvang mag nemen. Ter zitting is niet gebleken dat appellante voornemens is haar bedrijfsvoering op de gronden (…) te wijzigen, zodat appellante in zoverre door het plan niet wordt beperkt in het toegestane gebruik. De raad heeft voldoende belangen gehouden met de belangen van appellante.”

Zie voor de uitspraak r.o. 2.3.6 e.v. van ABRS 20 juni 2012, LJN: BW888