maatregelen akoestisch onderzoek borgen in planregels

Maatregelen akoestisch onderzoek borgen in planregels bestemmingsplanmaatregelen akoestisch onderzoek

Het bestemmingsplan dat ter sprake komt in de uitspraak van 20 juni 2012, 201009359/1/R1 maakt de bouw van 500 woningen mogelijk. De eigenaar van de naastgelegen drukkerij stelt beroep in en geeft aan dat  hij door de woningbouw in zijn bedrijfsvoering wordt beperkt. Hij stelt dat er op grond van de VNG-brochure minimaal 30 m afstand moet worden aangehouden tussen zijn bedrijf en de woningen vanwege het aspect geluid.

Volgens de raad blijkt dat de geluidbelasting ter plaatse van de voorziene woningen voldoet aan de geluidnorm van 50 dB(A) (dagperiode) die in het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Barim) is gesteld en aan de norm van 45 dB(A) die in de gemeentelijke geluidnota is gesteld. De geluidbelasting vanwege de bedrijfsactiviteiten overschrijdt volgens de raad weliswaar ter plaatse van één van de in het plan voorziene woningen de geluidnorm die in de gemeentelijke geluidnota is gesteld, maar deze overschrijding kan worden weggenomen door het plaatsen van een erfafscheidingsmuur. 

De Afdeling over maatregelen akoestisch onderzoek:  “dat de oprichting van de erfafscheidingsmuur niet in (de planregels van) het plan is gewaarborgd: “Nu uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de raad de oprichting van de muur wel noodzakelijk acht met het oog op de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het plan, heeft de raad de aanleg daarvan ten onrechte niet in het plan geregeld.”

Praktijktip: controleer altijd of er in het akoestische rapport maatregelen worden aangekondigd die eventueel in het bestemmingsplan moet worden gewaarborgd. De waarborging kan plaatsvinden in de planregels door middel van een voorwaardelijke verplichting.

Vragen?

omgevingsjurist

VNG-brochure verpleeghuis onderscheid woningen en zorgwoningen

VNG-brochure verpleeghuis: onderscheid reguliere woningen en zorgwoningen is relevantVNG-brochure verpleeghuis

Het bestemmingsplan in kwestie maakt de bouw mogelijk van 18 woningen die zorggerelateerd zijn. Appellanten vinden de woningen niet passend in de omgeving en hebben beroep ingesteld.

In de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ wordt tussen woningen en een verpleegtehuis een richtafstand aanbevolen van 30 m vanwege mogelijke geluidhinder. Volgens appellant staan de nieuw te bouwen zorgwoningen op slechts 10 m afstand van het bestaande verpleegtehuis en is dit in strijd met een goede ruimtelijke ordening.

De Afdeling overweegt het volgende: “De raad heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de voorziene (zorg)woningen, gelet op de combinatie met maatschappelijke voorzieningen ten behoeve van zorggerelateerd wonen, niet gelijk te stellen zijn met reguliere woningen. Voorts telt mee dat de bewoners van de zorgwoningen juist baat hebben bij de ligging van het verpleegtehuis, vanwege de voorzieningen, zodat zij meer geluidsoverlast moeten dulden dan bewoners van reguliere woningen. (…)“.

Zie ABRS 30 mei 2012, 201110243/1/R1.

Voor meer informatie

omgevingsjurist

VNG-brochure jachthaven en recreatiewoningen

VNG-brochure jachthaven en afstand recreatiewoningenvng-brochure jachthaven

Zoals bekend zijn de in de VNG-brochure genoemde afstanden indicatief van aard. In deze casus gaat het om de aan te houden afstand tussen een bestaande jachthaven en voorziene recreatiewoningen. Volgens de VNG-brochure behoort een jachthaven tot milieucategorie 3.1. Voor deze categorie wordt in een gemengd gebied een afstand van 30 m aanbevolen tussen de perceelsgrens van een bedrijf en de gevel van een woning vanwege het aspect geluid.

De feitelijke afstand tussen de jachthaven en de beoogde recreatiewoningen bedraagt 25 m en 10 m. In de plantoelichting staat vermeld dat gezien de aard en schaal van het gebied en de jachthavens in overweging nemende, de bouw van de recreatiewoningen in het plangebied aanvaardbaar wordt geacht en dat mogelijke (milieu)hinder van jachthavens inherent is aan een gebied voor recreatie en – toerisme.

De Afdeling oordeelt in een uitspraak van 11 april 2012, (no. 201103639/1/R3) dat in het kader van een goed woon- en leefklimaat een onderzoek om te bepalen of en hoe een vergelijkbare geluidkwaliteit (zoals bij de aanbevolen afstand van 30 m) bij de voorziene recreatiewoningen behaald kan worden, ontbreekt. Met de enkele stelling dat de hinder van jachthavens voor recreatiewoningen inherent is aan het voor waterrecreatie en watertoerisme bestemde gebied heeft de raad niet aannemelijke gemaakt dat de hinder ter plaatse van de voorziene recreatiewoningen niet onevenredig belastend zijn. (VNG-brochure jachthaven).

bedrijfswoningen op bedrijventerrein en goede ruimtelijke ordening

Bedrijfswoningen op bedrijventerrein en goede ruimtelijke ordeningbedrijfswoningen

Deze uitspraak van 28 maart 2012 laat weer eens zien dat bij de vaststelling van ruimtelijke besluiten het afwegingskader – en vangnet –  ‘een goede ruimtelijke ordening’ vrijwel altijd geldt. Het onderhavige projectbesluit maakt de opslag van autowrakken mogelijk op een bedrijventerrein. Met het projectbesluit wordt een illegale situatie gelegaliseerd. Op een afstand van 90 m staan op het bedrijventerrein twee woningen gesitueerd. Deze woningen kunnen als bedrijfswoningen worden aangemerkt (met de bestemming ‘Industriële doeleinden’). De aanbevolen afstanden uit de VNG-brochure zijn hier niet van toepassing, nu de beide bedrijfswoningen op een bedrijventerrein zijn gesitueerd en de afstanden uit de VNG-brochure betrekking hebben op burgerwoningen, scholen, ziekenhuizen en andere gevoelige bestemmingen. Toch – zo overweegt de Afdeling – diende het college ‘uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening te beoordelen of het project geen onevenredige geluidhinder meebrengt. (..) De gevolgen van het gebruik van de wrakkenopslag diende in de belangenafweging te worden betrokken.” Zie ABRS 28 maart 2012, no. 201101705/1/A1.

Praktijktip: Besteed altijd aandacht in de toelichting van een ruimtelijke besluit aan het aspect ‘een goede ruimtelijke ordening’, ook al laat bijv. het uitgevoerde (technische) akoestische onderzoek zien dat de grenswaarden niet worden overschreden. Zonder ‘juridische vertaling’ van het technische milieuonderzoek naar een goede ruimtelijke ordening, loopt de gemeente het risico dat een besluit alsnog ‘onderuit gaat’ bij de rechter vanwege een motiveringsgebrek.

Vragen of een onderbouwing nodig?

omgevingsjurist

Geur crematorium en VNG-brochure

Geur crematorium en VNG-brochuregeur crematorium

Het bestemmingsplan maakt de bouw van 330 woningen mogelijk en de bouw van een zorgcomplex. In de buurt van het plangebied ligt een bestaand crematorium. Appellant betoogt dat de nieuwbouw te dicht bij het crematorium wordt gesitueerd. De kortste afstand tussen het crematorium en het plandeel met de bestemming ‘Woongebied’ is ongeveer 80 meter.

Volgens de Afdeling wordt met deze afstand niet voldaan aan de aanbevolen richtafstand uit de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ (2009). De afwijking had de raad gemotiveerd door erop te wijzen dat geurreducerende filters zullen worden aangebracht. Deze motivering is naar het oordeel van de Afdeling op zichzelf onvoldoende draagkrachtig, aangezien onduidelijk is of en in hoeverre het aanbrengen van filters een extra maatregel betreft waarvan het geurreducerende effect niet reeds in de door de VNG-brochure aanbevolen afstand ten opzichte van crematoria is verdisconteerd. (ABRS 21 juli 2010, LJN: BN1893) (geur crematorium)

Noot MH: Belangrijk is om bij afwijkingen altijd te onderbouwen waarom dat in een bepaalde situatie wel kan. Hierbij geldt in het algemeen hoe groter de afwijking, hoe meer onderbouwd dient te worden. In dit geval had een geuronderzoek gedaan moeten worden.

Afwijken VNG-brochure geluid bij bestaande situatie kinderopvang

Afwijken VNG-brochure geluid bij bestaande situatie kinderopvangafwijken VNG-brochure

Er zijn uitspraken van de Afdeling bekend (o.a. ABRS 5 januari 2011, nr. 201002664/1/R3) die aangeven dat de VNG-brochure niet van toepassing is bij een bestaande situatie. De VNG-brochure is bedoeld voor nieuwe situaties. Voor bestaande situaties kunnen de richtafstanden van de VNG-brochure echter wel een indicatie zijn voor de aanvaardbaarheid van het plan vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening (zie ABRS 17 november 2010, nr. 200909373/1/R3). Dit laatste is in de praktijk lastig.

In deze casus (ABRS 9 februari 2011, 201005192/1/R3) bestond zowel de woning van appellant als de kinderopvang reeds lange tijd. De VNG-brochure is dan volgens de jurisprudentie van de Afdeling niet van toepassing. In het nieuwe bestemmingsplan heeft het plandeel van de kinderopvang echter wel meer bouwmogelijkheden, waardoor er gedeeltelijk sprake is van een ‘nieuwe situatie’. De bebouwing wordt mogelijk gemaakt op kortere afstand van de perceelsgrens met appellant. De maximale planologische mogelijkheden voor de kinderopvang zijn in het nieuwe bestemmingsplan groter geworden. In dergelijke gevallen is de VNG-brochure dan ook van toepassing.

Praktijktip: Omdat de lijn van de uitspraken van de Afdeling voor de praktijk niet altijd even helder is: Onderzoek ook indien er sprake is van een bestaande situatie, altijd of er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Met name bij kinderopvang kan dit punt doorslaggevend zijn bij het ‘overeind’ blijven van het bestemmingsplan. Hierbij is geluid meestal het te onderzoeken aspect. Onderschat dit niet!

Publicatie: 2011

Voor vragen over geluid en afwijken VNG-brochure: bel 010 – 2680689.