Geluid muziekschool en VNG-brochure

Geluid muziekschool en VNG-brochuregeluid muziekschool

De gemeente Oegstgeest heeft een omgevingsvergunning verleend voor een inpandige verbouwing. Er komen 10 appartementen in het gebouw. De naast gelegen muziekschool is minder blij met dit besluit en geeft aan dat er ter plaatse geen sprake is van een goede ruimtelijke ordening.

Volgens de muziekschool voldoet het bouwplan niet aan de richtafstanden van de VNG-brochure. Er geldt volgens hen een richtafstand van 30 meter in plaats van 10 meter. Ze betogen dat het college niet van deze afstand had mogen afwijken zonder een akoestisch onderzoek. Volgens het college is er sprake van een gemengd gebied en wordt er in de muziekschool uitsluitend onversterkte muziek uitgevoerd.

De Raad van State overweegt onder meer dat er sprake is van een gemengd gebied. De richtafstand kan in dat geval in beginsel met 1 afstandsstap worden verkort. Omdat het pand van de woningen grenst aan de muziekschool wordt ook niet voldaan aan de afstand van 10 meter, passend in een gemengd gebied. De Raad van State motiveert dit als volgt:

Anders dan de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat het college niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat de geluidbelasting bij de nieuwe appartementen als gevolg van het dorpscentrum vanuit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar zal zijn. De Afdeling neemt daarbij in overweging dat het college is uitgegaan van de feitelijke situatie ter sprake van het dorpscentrum en niet van de maximale planologische mogelijkheden ter plaatse. Daarbij heeft het college ten onrechte als uitgangspunt genomen dat in de muziekschool niet permanent en uitsluitend onversterkte muziek wordt uitgevoerd, nu permanent gebruik van de muziekschool en het uitvoeren van versterkte muziek in het bestemmingsplan niet zijn uitgesloten en ook feitelijk mogelijk zijn. Ook heeft het college ten onrechte de situering van de muziekschool in het dorpscentrum zelf in zijn afweging betrokken. De richtafstanden volgens de VNG-brochure gelden immers tussen enerzijds de grens van de bestemming die milieubelastende functies toelaat, in dit geval het dorpscentrum, en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het bestemmingsplan of via vergunningvrij bouwen mogelijk is. De rechtbank heeft dit niet onderkend. (…)”.

Zie uitspraak ABRS 28 december 2022, no. 202103155/1/R3. (geluid muziekschool)

Afstand glastuinbouwbedrijf en woningen VNG-brochure

Afstand glastuinbouwbedrijf en woningen VNG-brochureafstand glastuinbouwbedrijf

Het positieve van de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering is dat het richtafstanden aangeeft tussen de gevel van woningen en bedrijfspercelen. In één oogopslag wordt duidelijk wat de aanbevolen afstanden zijn. Handig voor de praktijk. Het nadeel is dat de gebruikers niet meer logisch nadenken en zich te veel focussen op de aangegeven afstand. Die afstand wordt als ‘harde waarheid’ gezien. De VNG-brochure is indicatief en slechts een hulpmiddel. Onderzoek als gemeente altijd waar de bedrijfsvoering uit bestaat. Vraag dat na bij de ondernemer. Is er veel vrachtverkeer? Zo ja, op welke tijden van de dag? Hoe vaak? Is er in de avond en nacht overmatig licht bij het bedrijf? Besef dat bedrijfsvoering vrijwel altijd enige overlast veroorzaakt voor bewoners van woningen. Plan dus woningen niet te dicht bij bedrijfspercelen. Het is vragen om problemen.

In dit geval heeft een gemeente woningen mogelijk gemaakt dicht bij een bedrijfsperceel van een glastuinbouwbedrijf. De belangrijke rechtsoverwegingen uit de uitspraak van de Afdeling over dit onderwerp zijn:

“De Afdeling stelt voorop dat de richtafstanden van de VNG-brochure gelden tussen enerzijds de grens van de bestemming die een milieubelastende functie toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het bestemmingsplan of via vergunningvrij bouwen mogelijk is. (…) Ten aanzien van de gestelde geluidhinder overweegt de Afdeling als volgt. De Afdeling stelt vast dat aan de ruimtelijke onderbouwing voor de drie woningen een akoestisch onderzoek ten grondslag ligt, maar dat daarbij uitsluitend het geluid van wegverkeer is onderzocht. Niet is weersproken dat bij de bedrijfsvoering (…) gebruik wordt gemaakt van de inzet van vrachtwagens, tractoren en mechanisch aangedreven landbouwvoertuigen. In het akoestisch onderzoek is echter geen rekening gehouden met het geluid dat hiermee gepaard gaat noch met het stemgeluid van personeel. Niet is gebleken op welke afstand deze activiteiten kunnen plaatsvinden.” Lees meer in r.o. 14.11 van uitspraak ABRS 1 december 2021, no. 202001413/1/R2,(afstand glastuinbouwbedrijf)

Geluid buitenzwembad en aantasting woon- en leefklimaat

Geluid buitenzwembad en aantasting woon- en leefklimaatgeluid buitenzwembad

Geluiden bij een buitenzwembad kunnen leiden tot ergernis bij omwonenden. Het kan geluid zijn van een waterpomp, stemgeluid, afzuiging, etc. Het is meestal een combinatie van factoren dat leidt tot overlast. Hoewel het meestal maar een beperkt aantal weken is per jaar. In dit geval gaat het om een uitbreiding van een camping met meer staanplaatsen. Appellanten vrezen dat de uitbreiding zal leiden tot de aantasting van hun woon- en leefklimaat.

Volgens appellanten wordt het nieuwe buitenzwembad mogelijk gemaakt op minder dan 100 m van hun woning. In de VNG-brochure wordt een richtafstand van 200 m aanbevolen. De raad heeft een aanvullend akoestisch onderzoek laten uitvoeren. Uit dit onderzoek blijkt dat het hoogste berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveau ten gevolge van alle activiteiten ten hoogste 41 dB(A), 40 dB(A) en 18 dB(A) voor onderscheidenlijk de dag-, avond- en nachtperiode bedraagt. Volgens de Afdeling kan op basis hiervan worden afgeweken van de hiervoor genoemde richtafstand. De langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus uit het Activiteitenbesluit worden niet overschreden. Verder is volgens de Afdeling rekening gehouden met alle relevante geluidsbronnen: een grasmaaier, afzuiging, laden en lossen van auto’s, pratende en schreeuwende stemmen, koelmotoren en muziek. Lees verder in r.o. 18 e.v. van uitspraak ABRS 31 maart 2021, no. 202003602/1/R3. (geluid buitenzwembad)

Piekbelasting terminalbedrijf en goede ruimtelijke ordening

Piekbelasting terminalbedrijf en een goede ruimtelijke ordeningpiekbelasting

De gemeente heeft een bestemmingsplan vastgesteld voor de nieuwbouw van 35 woningen en een volkstuinencomplex. Een nabij gelegen containerterminal verzet zich tegen de plannen en vreest voor een belemmering in de bedrijfsvoering. De werkzaamheden bestaan uit het laden en lossen van containerschepen.

Het bedrijf stelt in beroep onder meer dat het geluidzonebeheerplan en de berekende cumulatieve geluidbelasting niet zien op de maximale geluidniveaus (piekbelasting). Met verwijzing naar het akoestisch onderzoek (…) stelt het bedrijf dat tot 300x per etmaal als gevolg van de verlading in de containerterminal vanuit de inrichting voor de nieuwe bewoners (goed) herkenbare piekgeluiden kunnen worden gehoord, waaronder 70x in de avondperiode.

(…) “De raad stelt dat de piekgeluiden door laad- en losactiviteiten voldoen aan de grenswaarden voor de maximale geluidbelasting uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. De Afdeling is echter van oordeel dat een goede ruimtelijke ordening voor het aspect geluid slechts gedeeltelijk wordt ingevuld door het Activiteitenbesluit milieubeheer en daarbuiten een zelfstandige betekenis heeft. Uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening had de raad dienen te beoordelen of met de piekgeluiden ten gevolge van de bedrijfswerkzaamheden (…), gelet op de zeer hoge dagelijkse frequentie hiervan, bij de voorziene woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, ook al blijven deze piekgeluiden ieder afzonderlijk binnen de grenswaarden voor maximale geluidniveaus in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Nu de raad dit niet heeft gedaan, is het besluit in zoverre onzorgvuldig genomen. Het betoog slaagt.” Zie uitspraak ABRS 23 juni 201905487/1/R2.

hondengeblaf hondenpension en VNG-brochure

Hondengeblaf hondenpension en VNG-brochurehondengeblaf

Hondengeblaf is een vaak voorkomende klacht bij gemeenten. Met name in woonbuurten is het niet verstandig hondenkennels te vestigen. Ook uitlaatdiensten van honden liggen gevoelig. In deze zaak heeft de gemeente een omgevingsvergunning verleend voor een honden- en kattenpension. Appellant is eigenaar van een nabijgelegen theaterhoeve en vreest in zijn woon- en leefklimaat te worden aangetast vanwege hondengeblaf.

De gemeente heeft zich op het standpunt gesteld dat het in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen. Volgens de gemeente is een geluidbelasting op de theaterhoeve van 52 dB(A) voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau en 64 dB(A) voor het maximaal geluidniveau niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening.

De Afdeling overweegt het volgende: “dat het college bij de beoordeling van de geluidbelasting aansluiting heeft gezocht bij het stappenplan uit de VNG-brochure. Niet in geschil is dat voor dierenpensions gelegen in rustig buitengebied een richtafstand van 100 m van toepassing is, waar in de gegeven situatie niet aan kan worden voldaan. Het college heeft onder verwijzing van het akoestisch onderzoek (…) toegelicht dat het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau ter plaatse van de bedrijfswoning van appellant 50 dB(A) zal bedragen, zodat ook niet kan worden voldaan aan de toepasselijke geluidwaarde van de tweede stap uit het stappenplan, zijnde een langtijdgemiddelde beoordelingsniveau van 45 dB(A). Het college heeft ten aanzien van de overschrijding (…) toegelicht dat… lees meer in r.o. 6.1 e.v. van uitspraak ABRS 21 april 2021, no. 202002500/1/R2

Geluid kerkklokken en VNG-brochure

Geluid kerkklokken en VNG-brochuregeluid kerkklokken

De gemeente heeft een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een kerk. In de vergunning is een voorwaarde opgenomen:

Het gebruik van het kerkgebouw is toegestaan onder de voorwaarde dat een goed woon- en leefklimaat voor de omgeving gegarandeerd is en blijft. In par. 5.5 van de ruimtelijke onderbouwing is ten aanzien van het aspect milieuzonering geconcludeerd dat dat dit geen belemmering vormt voor de uitvoerbaarheid van dit plan. Bij het aanbrengen van een luidklok in de toekomst moet middels een akoestisch onderzoek worden aangetoond dat de geldende geluidnormen voor het gebiedstype ‘rustige woonwijk’ (…) niet worden overschreden zodat een goed woon- en leefklimaat gehandhaafd blijft.” 

De vraag is of een goed woon- en leefklimaat via deze voorwaarde goed geregeld is. De Raad van State vindt van niet: “Uit het akoestisch onderzoek (…) blijkt dat het luiden van een kerkklok op deze locatie zal leiden tot een aanzienlijke geluidbelasting in de nabije omgeving. Om die reden heeft het college aan deze omgevingsvergunning een voorschrift verbonden ter voorkoming van onaanvaardbare geluidhinder. Het college heeft hiervoor aansluiting gezocht bij de VNG-brochure. (…) Naar het oordeel van de Afdeling kon het college op zichzelf aansluiting zoeken bij de VNG-brochure. De Afdeling overweegt echter dat het geluidvoorschrift (…) in dit geval geen duidelijkheid biedt over de geluidnormen waaraan voldaan moet worden. De VNG-brochure kent immers een stappenschema waarbij in de stappen 2 en 3 verschillende geluidwaarden staan en stap 4 de ruimte biedt om gemotiveerd daarvan af te wijken. De Afdeling acht het geluidvoorschrift in dit geval in strijd met de rechtszekerheid.” Lees meer in r.o. 16 e.v. van uitspraak ABRS 28 april 2021, no. 202000973/1/R1. [geluid kerkklokken]

bestemmingsplan verbrede reikwijdte en VNG-brochure

VNG-brochure en bestemmingsplan verbrede reikwijdte gemengd gebied

De gemeente Rotterdam heeft een bestemmingsplan vastgesteld voor de realisatie voor een waterrijke woonwijk van zo’n 800 woningen. Het gebied is nu hoofdzakelijk in gebruik als spoor, kwekerij, sportvelden en bedrijventerrein. Het bestemmingsplan is een plan met verbrede reikwijdte.

Kortdurende en incidentele evenementen zijn toegestaan – In de regel zijn evenementen die zodanig kunnen worden aangemerkt niet strijdig met een geldende bestemming. Dat lijkt ook logisch: af en toe afwijken van een geldende bestemming moet kunnen, is praktisch en we kunnen immers niet alles regelen en handhaven. Toch blijkt maar weer eens uit deze uitspraak hoe moeilijk het is om te bepalen wanneer daar sprake van is:

De Afdeling overweegt dat het juist is dat een bestemmingsplan zich volgens haar vaste rechtspraak niet verzet tegen kortdurend en incidenteel gebruik. (…) Daarvan is echter geen sprake wanneer er structureel drie keer per jaar en in ieder geval deels met een groter ruimtebeslag dan normaal gesproken evenementen kunnen worden gehouden met een bezoekersaantal tot 1.000.“.

Woningen in de buurt van metaalbedrijven toegestaan ondanks korte afstand – De gemeente heeft het gebied gekwalificeerd als een ‘gemengd gebied’ zoals aangegeven in de VNG-brochure. Dat is een gebied waar menging van functies inclusief woningen aanwezig is of wordt geambieerd. Omdat de richtafstand van 50 meter uit de VNG-brochure niet kan worden gehaald is er akoestisch onderzoek verricht. Lees meer in r.o. 12.1 van uitspraak ABRS 2 juni 2021, no. 202004002/1/R3.

Gemengd gebied of stedelijk gebied?

Gemengd gebied of stedelijk gebied?

gemengd gebied

Of een gebied als gemengd kan worden aangemerkt of als stedelijk is erg relevant bij de toepassing van de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ voor bestemmingsplannen. Deze inmiddels wat achterhaalde praktijkrichtlijn wordt nog veelvuldig toegepast bij het maken van bestemmingsplannen. Het stappenplan is op zich prima, maar met name bijlage 1 is niet meer actueel qua richtafstanden en categoriën. Er zijn qua bedrijvigheid inmiddels allerlei mengvormen die niet meer passen in de genoemde bedrijfscategorieën. Toch passen gemeenten de VNG-brochure nog veelvuldig toe.

In deze uitspraak gaat het om een bestemmingsplan dat een kindcentrum met buitenspeelplaats mogelijk maakt. Het is de bedoeling om 3 scholen onder te brengen in één gebouw. Appellanten vrezen voor de aantasting van hun woon- en leefklimaat. Volgens hen heeft de raad het plangebied ten onrechte aangemerkt als een gemengd gebied in de zin van de VNG-brochure. Het is volgens hen een stedelijk gebied, omdat er rond het plangebied vrijwel uitsluitend woningen voorkomen. Behalve wijkgebonden voorzieningen, zoals een cafetaria, zijn er nauwelijks andere voorzieningen aanwezig.

Volgens de gemeente is er wel sprake van een gemengd gebied, mede vanwege de ligging nabij een provinciale weg. Verder draagt de beoogde functie van de school bij aan deze kwalificatie.

Gebied scherp afbakenen en onderbouwen – De Afdeling onderschrijft dit niet en geeft onder meer aan dat onvoldoende duidelijk is welk gebied bij de kwalificatie is meegenomen. Volgens de Afdeling is de nabijheid van de provinciale weg onvoldoende om uit te gaan van de kwalificatie. Dit is ook zo als de scholen wel worden meegenomen. Lees meer in r.o. 7 en verder van uitspraak ABRS 20 mei 2020, no. 201805123/1/R1.

Bel voor meer informatie over milieuzonering 010 – 268 0689 of mail naar info@omgevingsjurist.nl.

Horecaterras? Kijk verder dan de VNG-brochure!

Horecaterras? Kijk verder dan de VNG-brochure!horecaterras

De raad van de gemeente Rotterdam heeft een bestemmingsplan vastgesteld voor de woonwijk Park 16hoven en nieuwe horeca. Appellant vreest voor de aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse van zijn woning. Volgens hem is ten onrechte niet ingegaan op de geluidbelasting die het gevolg zal zijn van de horeca in het park.

De Afdeling overweegt als volgt: “Bij de beoordeling van de vraag of het voorliggende plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening dienen de gevolgen van de exploitatie van een horecavestiging met onder meer een terras en parkeervoorzieningen voor het woon- en leefklimaat voor omwonenden te worden meegewogen. Niet is gebleken dat de raad een dergelijk onderzoek voorafgaan aan de vaststelling van het plan heeft verricht. De raad lijkt voor deze beoordeling aansluiting te hebben gezocht bij de VNG-brochure. Ter zitting is gevraagd naar de precieze categorie van bedrijven uit de VNG-brochure waarbij is aangesloten en waarvan de gehanteerde richtafstand van 30 meter is afgeleid. De raad heeft echter ter zitting gesteld bij horeca-inrichtingen niet de bedrijvenlijst te hanteren, maar horeca als een zelfstandige functie te zien met een richtafstand van 30 meter. De Afdeling kan dit niet goed volgen, omdat de VNG-brochure een bedrijvenlijst kent waarin onder het kopje ‘Logies-, maaltijden en drankenverstrekking’ diverse typen horeca-inrichtingen worden genoemd waaronder restaurants. Wat hier verder ook van zij, de Afdeling stelt vast dat is voldaan aan de door de raad voor deze horecagelegenheid gehanteerde richtafstand van 30 meter. Appellant heeft naar het oordeel van de Afdeling echter aannemelijk gemaakt dat ondanks dat aan deze richtafstand wordt voldaan, niet vaststaat dat door de horecavestiging met bijbehorend terras en parkeervoorzieningen, zijn woon- en leefklimaat niet zal worden aangetast. Daarbij is van belang dat het verkeer van en naar de horecavoorziening gebruik zal maken van onder meer het (…)pad, dat vlakbij de woning van appellant overgaat in de (…)weg. Lees verder in r.o. 11.2.2 van uitspraak ABRS 18 maart 2020. (horecaterras)

Bel 010 – 268 0689 of mail voor advies en oplossingen over milieuzonering en VNG-brochure.

 

Industrieel wonen ja, maar jaag bedrijven niet de stad uit

Industrieel wonen ja, maar jaag bedrijven niet de stad uit!industrieel wonen

  • Geef bedrijven de ruimte, ook in gemengd gebied

In veel steden worden bedrijventerreinen getransformeerd naar gemengde woon- en werkgebieden. Mede door het tekort aan woningen wordt er minder naar de belangen van bedrijven gekeken. Steeds meer ondernemers voelen zich beknot in hun mogelijkheden door woningbouwplannen op bedrijventerreinen.

De politieke opdracht lijkt om zoveel mogelijk woningen te bouwen ten koste van alles. Mijn advies: kijk verder dan alleen de juridische werkelijkheid! Dit is een papieren werkelijkheid, maar niet altijd een goede ruimtelijke ordening of een goede en gezonde fysieke leefomgeving. Met gezond verstand kan vaak hinder worden voorkomen. Uit een recente uitspraak van de Afdeling wordt dit nog eens benadrukt.

Een voorbeeld van een papieren werkelijkheid is te vinden in uitspraak ABRS 30 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1398. Het Chw-plan is gemaakt voor een periode van 20 jaar en biedt ruimte aan een geleidelijke herontwikkeling van het voormalige defensieterrein Hembrug tot een gemengd woon- en werkgebied. Een ondernemer uit het gebied vreest te worden belemmerd in de bedrijfsvoering van zijn fritesfabriek. Volgens de ondernemer heeft de raad onvoldoende onderzoek gedaan naar de geuremissie van de fritesfabriek. Het bedrijf kan mogelijk niet voldoen aan de geurcontour zoals genoemd in de planregels. Volgens de ondernemer had de raad de VNG-brochure moeten toepassen en had zij moeten uitgaan van een afstand tussen de 50 en 300 meter.

De raad stelt zich op het standpunt dat de ruimte om woningen te realiseren op korte afstand van de fritesfabriek wordt beperkt door de emissie- en immissienormen zoals opgenomen in de planregels: op 1 meter afstand uit de gevel van de fritesfabriek moet het bedrijf voldoen aan de geurcontour in de planregels. Volgens de raad wordt door deze geurcontour een aanvaardbaar woon- en leefklimaat gegarandeerd en hoeft om die reden niet aan de richtafstanden uit de VNG-brochure te worden voldaan.

Verder is het plaatsen van een actief koolfilter op het dak van de fabriek en het verplichte luchtfilter voor nieuwe woningen voldoende om geurhinder ter plaatse van de nieuwe woningen te voorkomen. Onder meer ten aanzien van dit onderdeel gaat het Chw-plan ‘onderuit’. De Afdeling overweegt dat er in het onderzoek niet is uitgegaan van een worstcase bedrijfssituatie en staat niet vast dat slechts een actief koolfilter op het dak van de fritesfabriek nodig is om aan de geurcontour te voldoen.

Hoewel flexibiliteit in een plan is toe te juichen zie ik vrij vaak dat er vaak alleen wordt gekeken naar de juridische werkelijkheid. Voldoen we aan de grenswaarde? Dan kan het! Dat is echt niet genoeg. Woningen realiseren op korte afstand van een bedrijf is vaak vragen om problemen, daar hoef je geen deskundige voor te zijn. De dagelijkse weerbarstige realiteit van de bedrijfsvoering wordt hierdoor uit het oog verloren. Bedrijvigheid zorgt nu eenmaal voor (enige) overlast. Aan- en afvoer door vrachtwagens, laden en lossen, deuren die af en toe open gaan en voor geluidsoverlast kunnen zorgen, etc. Het inpandige productieproces is wellicht stiller geworden, maar de aan- en afvoer van vrachtwagens is vaak nog hetzelfde.

Het ruwe industrieel wonen is erg hip. De vraag is of de nieuwe bewoners straks als ze er wonen ook zo tolerant zijn!

Voor adviezen, onderbouwingen en vragen over milieuzonering en Chw-plan, bel 010 – 268 0689 of mail!