Afstand glastuinbouwbedrijf en woningen VNG-brochure

Afstand glastuinbouwbedrijf en woningen VNG-brochureafstand glastuinbouwbedrijf

Het positieve van de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering is dat het richtafstanden aangeeft tussen de gevel van woningen en bedrijfspercelen. In één oogopslag wordt duidelijk wat de aanbevolen afstanden zijn. Handig voor de praktijk. Het nadeel is dat de gebruikers niet meer logisch nadenken en zich te veel focussen op de aangegeven afstand. Die afstand wordt als ‘harde waarheid’ gezien. De VNG-brochure is indicatief en slechts een hulpmiddel. Onderzoek als gemeente altijd waar de bedrijfsvoering uit bestaat. Vraag dat na bij de ondernemer. Is er veel vrachtverkeer? Zo ja, op welke tijden van de dag? Hoe vaak? Is er in de avond en nacht overmatig licht bij het bedrijf? Besef dat bedrijfsvoering vrijwel altijd enige overlast veroorzaakt voor bewoners van woningen. Plan dus woningen niet te dicht bij bedrijfspercelen. Het is vragen om problemen.

In dit geval heeft een gemeente woningen mogelijk gemaakt dicht bij een bedrijfsperceel van een glastuinbouwbedrijf. De belangrijke rechtsoverwegingen uit de uitspraak van de Afdeling over dit onderwerp zijn:

“De Afdeling stelt voorop dat de richtafstanden van de VNG-brochure gelden tussen enerzijds de grens van de bestemming die een milieubelastende functie toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het bestemmingsplan of via vergunningvrij bouwen mogelijk is. (…) Ten aanzien van de gestelde geluidhinder overweegt de Afdeling als volgt. De Afdeling stelt vast dat aan de ruimtelijke onderbouwing voor de drie woningen een akoestisch onderzoek ten grondslag ligt, maar dat daarbij uitsluitend het geluid van wegverkeer is onderzocht. Niet is weersproken dat bij de bedrijfsvoering (…) gebruik wordt gemaakt van de inzet van vrachtwagens, tractoren en mechanisch aangedreven landbouwvoertuigen. In het akoestisch onderzoek is echter geen rekening gehouden met het geluid dat hiermee gepaard gaat noch met het stemgeluid van personeel. Niet is gebleken op welke afstand deze activiteiten kunnen plaatsvinden.” Lees meer in r.o. 14.11 van uitspraak ABRS 1 december 2021, no. 202001413/1/R2,(afstand glastuinbouwbedrijf)

Geluid bedrijfsactiviteiten en woningen

Geluid bedrijfsactiviteiten en aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij woningengeluid bedrijfsactiviteiten

In de huidige tijd van woningtekorten staat bedrijvigheid onder druk. Het credo is bouwen, bouwen en nog eens bouwen. De politiek gaat hier vaak mee aan de haal en bedrijven worden steeds meer naar de flanken van gemeenten gedrukt. In de praktijk heb ik meegemaakt hoe nadelig dit kan uitpakken voor bedrijven. Bedrijven zijn er in alle soorten en maten, maar met name grotere bedrijven hebben ruimte nodig voor vrachtwagens, laden- en lossen en ook activiteiten die piekgeluiden kunnen veroorzaken. Daar passen geen woningen bij. Ook op bedrijventerreinen zijn vaak nog steeds bedrijfswoningen aanwezig. Die werden vroeger vaak bewoond door de ondernemer zelf. De praktijk is dat deze vaak verkocht worden aan mensen die de aantrekkelijk geprijsde woning wel kunnen waarderen en op de koop toenemen dat ze op een bedrijventerrein wonen. Na verloop van tijd gaat de geluidbelasting vervelen en gaan ze klagen bij de gemeente. Ik ben er dan ook voorstander van om geen enkele bedrijfswoning op bedrijventerreinen (meer) toe te staan, ook geen bewoning door de ondernemer zelf.  Het voorkomt een een boel ellende.

Het is mode om gemengde gebieden te maken van voormalige bedrijventerreinen. Het ziet er vaak ook heel aantrekkelijk uit: in deze gebieden kan er gewoond worden en er is bedrijvigheid mogelijk. Vaak gaat het om hippe appartementengebouwen en wordt er een hoogstedelijk milieu gecreëerd. Als het gaat om milieucategorie 1 of 2 bedrijvigheid is het nog acceptabel. Vanaf milieucategorie 3.1 bedrijvigheid begint het al te schuren, want geluid gaat naar boven en bewoners van appartementen met open ramen gaan klagen over het laden en lossen van vrachtwagens voor horeca en winkels. Dit geldt eveneens voor de bevoorrading en laden en lossen bij mini-brouwerijen. Het begint vaak heel sympathiek en heeft een groot knuffelgehalte: er wordt een oud vervallen pand omgetoverd tot hippe brouwerij met horeca. Het plaatselijk gebrouwen bier vindt gretig aftrek in de buurt en het bedrijf wordt steeds groter. Daarna beginnen de klachten van de nieuwe bewoners. Het is helaas bijna overal de realiteit. Succesvolle bedrijvigheid vraagt nu eenmaal ruimte en gaat meestal gepaard met enige overlast. Ik vind dat ontwerpers hier te weinig bij stilstaan. In theorie en de juridische werkelijkheid wordt meestal voldaan aan de grenswaarden van geluid. De praktijk is echter weerbarstig. De bewoners zetten ramen open en willen op hun balkon zitten. Met geluid van de buitenruimte wordt meestal geen rekening gehouden. Bij de berekeningen voor geluid wordt vrijwel alleen rekening gehouden met het geluid op de gevel van de woning. Dit is de juridische realiteit, maar niet de weerbarstige praktijk die chaotisch is en waar van alles door elkaar loopt. Betrek dus ook geluid van de buitenruimte bij de berekeningen en het ontwerp. Die afweging kan gemaakt worden in het kader van een goede ruimtelijke ordening, en straks bij de toedeling van functies onder de Omgevingswet.

In deze uitspraak van de Afdeling van 8 december 2021 (geluid bedrijfsactiviteiten) komt ook deze problematiek in grote lijnen aan de orde in r.o. 4 en verder. Het gaat hier om een transformatie van een bedrijventerrein naar een gemengd gebied met woningen en ruimte voor werken, leren en recreatie. In deze uitspraak is in het akoestisch onderzoek onvoldoende rekening gehouden met manouvrerende vrachtwagens bij laad- en losactiviteiten bij bestaande bedrijvigheid.

Schakel De Omgevingsjurist in voor kansenkaarten voor transformatie! Op basis van de juridische én praktische realiteit geven we in 1 oogopslag weer welke mogelijkheden er zijn en waar u rekening mee moet houden. In woord en beeld. Bel 010 – 307 2273 voor meer informatie of vul onderstaand formulier in.

Neem contact op

  • Dit veld is voor validatie doeleinden en moet ongewijzigd blijven.

 

 

hoge geluidbelasting en omgevingsvergunning geweigerd

Hoge geluidbelasting en omgevingsvergunning geweigerd hoge geluidbelasting

‘Bouwen, bouwen en nog eens bouwen’ is het credo van veel gemeentebestuurders. Er moeten immers 1 miljoen woningen bijkomen. Vaak worden ten koste van alles vergunningen verleend. Ook voor woningen bij spoorwegen en bij andere locaties waar de geluidbelasting veel te hoog is. Door hogere waarden vast te stellen wordt er kunstmatig een hogere geluidbelasting toegestaan. Dit keer niet. Hulde voor de gemeente Nijmegen!

De gemeente heeft een nieuw bestemmingsplan vastgesteld. Ten opzichte van het eerder vastgestelde bestemmingsplan is de wijziging dat er binnen de bestemming Gemengd geen wonen meer is toegestaan. Een stichting was voornemens er 80 woningen te realiseren. Deze ziet zich nu geconfronteerd met een weigering omgevingsvergunning vanwege het gewijzigde bestemmingsplan.

Volgens de stichting heeft de raad onvoldoende gemotiveerd waarom er ter plaatse geen sprake is van een goed woon- en leefklimaat.

De Afdeling overweegt als volgt: “In de plantoelichting heeft de raad (…) toegelicht dat er vanwege de ligging van de planlocatie sprake is van wegverkeerslawaai en industrielawaai. Industrielawaai wordt veroorzaakt door het gezoneeerde industrieterrein (…) dat zich aan de overzijde van de planlocatie bevindt. De planlocatie ligt binnen de geluidzone van het gezoneerde industrieterrein. Als gevolg hiervan is de gevelbelasting van het pand dermate hoog dat de maximale grenswaarde voor industrielawaai op drie gevels wordt overschreden. Het vaststellen van hogere waarden is daardoor niet mogelijk, tenzij een overdrachtsmaatregel wordt getroffen waardoor de geluidbelasting aan de gevel dusdanig is dat wordt voldaan aan de voorkeurswaarden dan wel dat hogere waarden kunnen worden vastgesteld. Ook de voorkeurswaarde voor wegverkeerslawaai wordt ruim overschreden. Realisatie van een woonvorm is alleen mogelijk als hogere waarden worden vastgesteld of als er een overdrachts-onderbrekende voorziening wordt toegepast. Ter hoogte van de planlocatie is tevens sprake van cumulatie van genoemde zoneringsplichtige geluidbronnen wegverkeerslawaai en industrielawaai. Deze redenen zorgen ervoor dat wonen op de planlocatie in strijd is met een goede ruimtelijke ordening, aldus de raad.” Lees meer in r.o. 5 van uitspraak ABRS 11 augustus 202002555/1/R4. (hoge geluidbelasting)

inwaartse zonering op industrieterrein en woningen

Inwaartse zonering industrieterrein in verband met woningeninwaartse zonering

Het bestemmingsplan in kwestie biedt een juridisch-planologisch kader voor een situatie die al lang geleden is ontstaan. Het gaat hier om woningen rondom een fabriek. Met het plan wordt tevens de bestaande geluidzone voor het industrieterrein aangepast.

In een deel van het plangebied is ruimte gemaakt voor logistieke bedrijven. Appellanten betogen in beroep dat ten onrechte niet is voorzien in inwaartse zonering op dit deel van het plangebied. In het voorziene planologische regime kunnen bedrijven volgens appellanten zware milieubelastende activiteiten uitoefenen tot de plangrens.

De raad geeft aan dat het vergunde gebruik het uitganspunt is geweest bij dit bestemmingsplan.

Wat is inwaartse zonering?

Volgens de VNG-brochure worden bij inwaartse zonering beschermende bufferzones rondom de milieugevoelige functie gecreëerd. Op het naburige bedrijventerrein zijn op korte afstand van de gevoelige functie slechts weinig belastende activiteiten toelaatbaar. Hoe groter de afstand tot de woonbebouwing, hoe groter de toelaatbare hinder zal zijn. (zie p. 26 VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering).

De Afdeling overweegt als volgt: “(…) De raad stelt in dit verband terecht dat bestaande rechten in beginsel als zodanig dienen te worden bestemd. Voorts acht de Afdeling het bieden van enige planologische flexibiliteit (…) bij de herinrichting van haar terrein in beginsel niet onredelijk. Naar het oordeel van de Afdeling had het in de voorliggende situatie, gezien de betrokken belangen van omwonenden, echter op de weg van de raad gelegen om te onderzoeken in hoeverre binnen het planologisch regime voor het terrein (…) kan worden voorzien in zogenoemde inwaartse milieuzonering nu [het bedrijf] voornemens is haar terrein (gedeeltelijk) opnieuw in te richten en daartoe concrete ontwikkelplannen heeft. In zoverre heeft de raad het bestemmingsplan niet met de vereiste zorgvuldigheid vastgesteld.” Lees meer in uitspraak ABRS 11 september 2019, no. 201804279/1/R1.

Vragen? Advies nodig? Bel de specialist in milieuzonering 010-268 0689 of mail.

 

 

Gemengd gebied of afstand tot woningen?

Gemengd gebied of afstand tot woningen?gemengd gebied

Functies in steden worden steeds meer vermengd met elkaar vanwege het streven naar verdichting, meer woningen en gemengde gebieden. Bijv. bij de transformatie van een bedrijventerrein tot een gemengde woonomgeving. Bij kleinschalige bedrijvigheid kan dit prachtige nieuwe woonomgevingen opleveren met karakter. Gemengd gebied is dan ook erg gewild.

Wonen, wonen en nog eens wonen

De praktijk is echter weerbarstig. Door de nadruk op nieuwe woningen te leggen worden vaak zittende bedrijven, zoals bedrijven met een hogere geluidbelasting dan wenselijk bij wonen, benadeeld in hun bedrijfsvoering. Zoals bijv. bedrijven die buiten slijpwerkzaamheden uitvoeren, ook al is het incidenteel. Of bij het laden en lossen. Nieuwe bewoners gaan er vaak over klagen bij de gemeente. Ook kan het woon- en leefklimaat van de bewoners behoorlijk in de knel komen door bedrijvigheid die eigenlijk niet past bij woningen. Een aspect dat naar mijn mening onvoldoende aandacht krijgt in de praktijk omdat nieuwe woningen nu eenmaal meer priorteit hebben bij bestuurders. Gemeenten moeten echter ook voor zittende bedrijven opkomen!

Geluid ook bij kruimelgevallen afwegen – Bij de vaststelling van bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen die gemengde gebieden mogelijk maken, moeten de aspecten ‘een goed of aanvaardbaar woon- en leefklimaat’ en de ‘bedrijfsvoering van zittende bedrijven’ uitvoerig aandacht krijgen. Het onderdeel geluid moet ook afgewogen worden bij kruimelafwijkingen en kan niet door gemeentelijk kruimelgevallenbeleid opzij worden gezet, zie hiervoor de volgende uitspraak van ABRS 28 februari 2018

Omdat de nadruk vaak op het bouwen van woningen ligt, dreigen voorgaande aspecten in de verdrukking te komen. Ook voor de gezondheid van de toekomstige  bewoners, is het niet goed om te dicht bij bedrijven te wonen die geluid veroorzaken. De afweging die in het kader van een goede ruimtelijke ordening moet worden gemaakt, biedt daar juist mogelijkheden voor. Vaak kunnen hier aspecten aan de orde komen die bijv. niet afgedekt worden in formele wetgeving, zoals de Wet geluidhinder of het Activiteitenbesluit milieubeheer. De uitspraak van 21 maart 2018 van de Afdeling is hier een goed voorbeeld van.

Zoals ik al aangaf kunnen woningen in gemengde gebieden hele mooie woongebieden opgeleveren met karakter. Denk daarbij echter wel aan de belangen van de zittende bedrijven!

Woningen mogelijk maken op voormalige bedrijventerreinen?

Bel ons voor:

  • quick scans, onderbouwingen en adviezen inzake juridische en technische aspecten van geluid, zoals akoestisch onderzoek;
  • quicks scans, onderbouwingen en adviezen inzake milieuzonering (welke afstand tussen woningen en bedrijven is haalbaar?)
  • bestemmingsplannen voor gemengde gebieden

Bel 010 – 268 0689 voor meer informatie.

 

binnenstedelijk watersportgebied en geluid

Binnenstedelijk watersportgebied en geluidbinnenstedelijk watersportgebied

Het college van de gemeente Rotterdam heeft voor de omzetting van de Steigersgracht in een binnenstedelijk watersportgebied een omgevingsvergunning 1e fase verleend voor de activiteit afwijken van het bestemmingsplan. Het project Rif010 wordt een watersportgebied met een kunstmatig rif, schoon zwemwater en golven. De nadruk ligt op surfen. Naast de reguliere watersportactiviteiten worden er maximaal 12x per jaar grootschalige (sport)evenementen gehouden.

In de nabijheid van het plangebied bevinden zich woningen alsmede de kerk en het klooster van De Dominicanen. Zij kunnen zich niet vinden in de verlening van de vergunningen omdat zij vrezen voor onaanvaardbare geluidhinder.

De vraag die hier onder meer aan de orde is of het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het project wat geluid betreft geen onaanvaardbare gevolgen heeft voor de woningen, de kerk en het klooster. Het project houdt de oprichting van een inrichting in, waarvoor de geluidgrenswaarden uit artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer zullen gelden. Vaststaat dat de grenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau uit artikel 2.17 op de gevel van een aantal nabij het project gelegen woningen zullen worden overschreden. Voor die woningen zijn daarom bij maatwerkvoorschrift op grond van het Activiteitenbesluit hogere grenswaarden vastgesteld. De hogere grenswaarden op de gevel leiden volgens het college niet tot een hoger binnenniveau in de woningen dan de in het Activiteitenbesluit genoemde etmaalwaarde van 35 dB(A).

De Afdeling stelt daarbij voorop dat het college zijn beoordeling op representatieve uitgangspunten dient te baseren en niet gehouden is om van een worstcase-scenario uit te gaan. Anders dan de rechtbank acht de Afdeling aannemelijk dat de exploitant van het project roepende en schreeuwende mensen op het buitenterras en in het water in voldoende mate kan corrigeren om overschrijding van een binnenniveau van 35 dB(A) te voorkomen. Lees meer in r.o. 4 e.v. van uitspraak ABRS 25 oktober 2017, no. 201605448/1/A1.

Meer weten over terrassen en een aanvaardbaar woon- en leefklimaat? Lees meer…

  • onderbouwing over geluid nodig of een akoestisch onderzoek?

omgevingsjurist

Bij gebruik metam-natrium bufferzone van 150 meter verplicht

Bij gebruik metam natrium bufferzone van 150 meter verplicht

In een brief van 25 augustus 2014 deelt staatssecretaris Dijksma mede dat door het College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) een herbeoordeling heeft plaatsgevonden ten aanzien van het middel metam-natrium. Het Ctgb geeft in het onderzoek aan dat er een aantal risicobeperkende maatregelen nodig zijn om een veilig gebruik mogelijk te maken. Dit vanwege een waarschijnlijk ernstig risico voor de gezondheid van de mens. Deze maatregelen zullen volgens de brief door het Ctgb worden opgelegd:

  • een onbehandelde bufferzone van 150 meter tussen behandeld perceel en de kadastrale grens van woningen en overige verblijfplaatsen waar mensen langere tijd verblijven, zoals winkels, bedrijven en kantoren;
  • afdekking van het perceel direct na behandeling voor minstens 10 dagen met VIF
  • inbrengen op tenminste 20 cm diepte
  • maximaal te behandelen areaal van 1 hectare, met minimaal 150 meter afstand tussen behandelde velden.

De eerder ingestelde schorsing wordt opgeheven en de hiervoor genoemde beperkende maatregelen voor gebruik worden ingesteld als toelatingsvoorwaarde (expiratiedatum: 31 december 2014).

De genoemde zone sluit goed aan bij mijn oproep aan gemeenten om bufferzones in te stellen tussen landbouwgronden met open teelten en woningen en deze juridisch te vertalen naar het bestemmingsplan. Dit is heel goed mogelijk en biedt zowel voor agrariërs als bewoners voordelen.

Voor meer informatie over het opnemen van bufferzones in bestemmingsplannen:

Spuitzone boomgaard bepalen afstand tussen woningen en boomgaard

Spuitzone boomgaard – bij bepalen afstand tussen woningen en spuitzone boomgaard speelt de vraag of een sloot al dan niet water bevat een rol 

Een teeltvrije zone is een strook tussen de insteek van het oppervlaktewaterlichaam en het te telen gewas waarop, behoudens grasland, geen gewas of niet hetzelfde gewas als op de rest van het perceel wordt geteeld. spuitzone boomgaard

Een teeltvrije zone kan een rol spelen bij het bepalen van een verantwoorde afstand tussen een woning en een agrarisch perceel met een boomgaard. Bij een teelt vrijezone dient de agrariër een afstand tot een watertoevoerende sloot in acht te nemen. Deze bepalingen staan genoemd in het Activiteitenbesluit. Het is echter wel zo dat het bestemmingsplan bij het bepalen van een verantwoorde afstand de belangrijkste component is. Het bestemmingsplan bepaalt immers wat er op gronden al dan niet is toegestaan. Meestal mogen de (fruit)bomen tot op de agrarische erfgrens worden geplant. Deze grens is meestal ook de grens van het agrarische bestemmingsvlak. Ga om die reden altijd uit van de grens van het agrarische bestemmingsvlak.

In een uitspraak van de Afdeling  14 augustus 2013, no. 201300484/1/R1 komt het belang van het al dan niet aanwezig zijn van water in een sloot in relatie tot de spuitzone aan de orde.

omgevingsjurist

 

 

Bestemmingsplan en geluid: betrek bij bepaling of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening altijd de geldende milieuvergunning

Bestemmingsplan en geluid – Betrek bij afweging of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening altijd de geldende milieuvergunning

Het geldende bestemmingsplan is het kader waarbinnen gevolgen voor het milieu moeten worden meegenomen. De milieuregelgeving regelt specifiek de gevolgen voor het milieu van een bepaalde activiteit. Bij een nieuw ruimtelijk besluit, zoals de vaststelling van een bestemmingsplan dient het voornoemde te worden afgestemd: gevolgen van een bouwplan of activiteit voor de omgeving en de gevolgen voor het milieu. Vaak spelen afstanden (milieuzonering) tot gevoelige bestemmingen, zoals woningen, een rol. De aspecten geur, stof, geluid en gevaar zijn hierbij belangrijk. Meestal is geluid doorslaggevend. Zo ook in de casus die zich afspeelt in een uitspraak van de Afdeling van 27 december 2012.

Het bestemmingsplan maakt de bouw van 28 grondgebonden woningen mogelijk. Naast de geplande woningen staat een groot evenementencomplex. Volgens de eigenaar van het complex heeft de gemeente ten onrechte geen rekening gehouden met het evenementencomplex. De beoogde woningen zullen de (toekomstige) bedrijfsvoering belemmeren.

De milieuvergunning geeft aan dat het maximale geluidniveau (Lmax), veroorzaakt door in de inrichting aanwezige transportmiddelen, ter plaatse van de woningen van derden niet hoger mag zijn dan 60 dB(A) over de periode tussen 23.00 en 07.00 uur (nacht).

De Afdeling overweegtdat de milieuvergunning gebruik van het parkeerterrein in de nachtperiode toelaat. In de notitie van de gemeente zijn het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau en de maximale geluidniveaus als gevolg van het gebruik van het parkeerterrein bezien, maar de nachtperiode is niet in de berekeningen meegenomen. In een latere notitie is de nachtperiode wel meegenomen, maar is alleen ingegaan op het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau. De raad heeft ter zitting erkend dat niet is bezien wat de gevolgen voor de voorziene woningen zijn van de in de nachtperiode optredende piekwaarden. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad ten aanzien van de geluidbelasting als gevolg van het parkeren op het terrein van de hallen in de nachtperiode ten onrechte geen rekening gehouden met de maximale geluidniveaus.”

 

zie uitspraak ABRS 27 december 2012, no. 201208050/1/R1

omgevingsjurist

stemgeluid kinderdagverblijf en een goede ruimtelijke ordening

Stemgeluid kinderdagverblijfstemgeluid kinderdagverblijf

Neem stemgeluid van kinderen van een kinderdagverblijf mee in de afweging in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzake de vaststelling van een bestemmingsplan

Uit diverse uitspraken blijkt dat dit vaak wordt vergeten. Deze casus die behandeld wordt in een uitspraak van 5 september 2012 (no. 201106299/1/R4) gaat om een wijzigingsplan dat de wijziging mogelijk maakt van ‘Wonen’ naar de bestemming ‘Maatschappelijke voorzieningen’. Het voormalige koetshuis wordt in gebruik genomen voor tussenschoolse en buitenschoolse opvang en voor aanvullende onderwijsactiviteiten in een woonwijk.

Buurtbewoners vrezen geluidsoverlast van stemgeluid van kinderen. Ze voeren aan dat in het akoestische onderzoek dat de gemeente heeft uitgevoerd ten onrechte niet het stemgeluid van kinderen op de omliggende woningen is betrokken. Waarschijnlijk heeft de gemeente zich laten leiden door artikel 2.18 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim). Daarin staat dat bij het bepalen van het geluidsniveau in de daar genoemde artikelen, het stemgeluid van kinderen op een onverwarmd of onoverdekt terrein dat onderdeel is van een inrichting van primair onderwijs of instelling voor kinderopvang, buiten beschouwing blijft. (Voor details verwijs ik naar artikel 2.18 Barim).

De Afdeling zegt het volgende: “Uit artikel 2.18, eerste lid, aanhef en onder h en i, van het Barim volgt weliswaar dat het stemgeluid van kinderen in de daar bedoelde situaties buiten beschouwing blijft bij het bepalen van de daar bedoelde geluidniveaus, maar dat dit niet weg neemt dat het dagelijks bestuur bij de vaststelling van een wijzigingsplan mogelijke geluidhinder voor omwonenden, ook indien dit hinder betreft door menselijk stemgeluid, in het kader van een goede ruimtelijke ordening in de vereiste belangenafweging dient te betrekken”. 

Voor meer informatie over stemgeluid en een goede ruimtelijke ordening:

omgevingsjurist