Huisvesting arbeidsmigranten in spuitzone

Huisvesting arbeidsmigranten in spuitzone en aanvaardbaar woon- en leefklimaat

Regelmatig wordt er huisvesting van arbeidsmigranten mogelijk gemaakt in voormalige agrarische schuren. Deze schuren worden omgebouwd tot huisvesting voor arbeidsmigranten. De arbeidsmigranten werken vaak op het agrarische bedrijf zelf, bijv. in de aardbeienteelt. huisvesting arbeidsmigranten

De gemeente heeft in dit geval een omgevingsvergunning verleend voor de huisvesting in een voormalige agrarische schuur. De buurman is hier niet blij mee en betoogt in hoger beroep dat er geen goed woon- en leefklimaat is verzekerd bij de huisvesting arbeidsmigranten. Hij wijst erop dat de huisvesting in de spuitzone van het fruitteeltbedrijf van de vergunninghouder ligt. Daarnaast vindt hij dat er sprake is van rechtsongelijkheid. Zijn aanvraag voor een woonbestemming nabij een boomgaard is om diezelfde reden geweigerd.

In het bestemmingsplan zelf is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om huisvesting arbeidsmigranten toe te staan bij het agrarische bedrijf. Eén van de voorwaarden is dat er sprake dient te zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

De Raad van State acht het van belang dat bij huisvesting op agrarische percelen, zoals bedrijfswoningen, veelal sprake is van een minder goed woon- en leefklimaat dan bij burgerwoningen vanwege de hinder van het eigen agrarische bedrijf. Indien een dergelijke bepaling in het bestemmingsplan zelf is opgenomen dan mag, aldus de Afdeling, worden aangenomen dat de gevolgen van de activiteiten op het agrarische perceel voor het woon- en leefklimaat van de aldaar gehuisveste arbeidsmigranten aanvaardbaar heeft geacht.”

Deze uitspraak maakt nog eens duidelijk dat indien een dergelijke bepaling is opgenomen in het bestemmingsplan, er van mag worden uitgegaan dat de afweging in het kader van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor de arbeidsmigranten reeds plaats heeft gevonden bij de besluitvorming van het bestemmingsplan. Dat hoeft niet opnieuw te gebeuren, tenzij een dergelijke bepaling is opgenomen in het bestemmingsplan.

Zie voor uitspraak ABRS 15 maart 2017, no. 201600683/1/A1

 informatie over spuitzones en boomgaarden

omgevingsjurist

 

plattelandswoning ook onderzoek doen naar spuitzones

Plattelandswoning ook onderzoek doen naar spuitzonesplattelandswoning

Met de aanduiding ‘Plattelandswoning’ of ‘specifieke vorm van agrarisch – plattelandswoning’ in een bestemmingsplan wordt in planologisch opzicht geregeld dat een voormalige agrarische bedrijfswoning ook door derden (burgers) bewoond mag worden. Deze woningen worden niet beschermd tegen milieugevolgen (geur, geluid en luchtverontreiniging) van het bijbehorende agrarisch bedrijf. Het planologisch regime, en niet langer het feitelijk gebruik, is bepalend voor de bescherming die een gebouw of functie geniet tegen negatieve milieueffecten.

Wat door velen wordt vergeten is dat ook hier het ‘vangnet’ van een goede ruimtelijke ordening geldt. In een uitspraak van de Afdeling van 12 november 2014 wordt dit nog eens onderstreept.

Aan een perceel is in het bestemmingsplan de bestemming ‘Agrarisch’ toegekend, met een bouwvlak en de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – plattelandswoning’. Het bouwvlak wordt door de figuur ‘relatie’ verbonden met het bouwvlak van appellant. Appellant betoogt dat er ten onrechte geen rekening is gehouden dat zij gewasbeschermingsmiddelen gebruikt op haar nabij de woning gelegen percelen.

De gemeenteraad betoogt dat het door de wet Wijziging van de Wabo (…) om de planologische status van gronden en opstallen bepalend te laten zijn voor de mate van milieubescherming alsmede om de positie van agrarische bedrijfswoningen aan te passen mogelijk is een voormalige agrarische bedrijfswoning te voorzien van de aanduiding ‘plattelandswoning’ en dat in die wet is geregeld dat een dergelijke woning niet beschermd wordt tegen de milieugevolgen van het bijbehorende bedrijf. Daarom zal volgens de raad appellant geen gevolgen ondervinden van de aanduiding.

De Afdeling overweegt: “De raad heeft de door appellant gestelde effecten van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op het woon- en leefklimaat van de woning niet nader onderzocht, maar volstaan met een enkele verwijzing naar artikel 1.1a van de Wabo. Nog daargelaten of de gronden waarop de betrokken gewasbeschermingsmiddelen worden aangewend moeten worden gerekend tot de inrichting van appellant, stelt de Afdeling vast dat op grond van artikel 1.1a van de Wabo de woning slechts voor de toepassing van de Wabo en de daarop berustende bepalingen als onderdeel van de inrichting kan worden beschouwd. Nu ten tijde hier van belang het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen geen deel uitmaakte van de toetsing van de gevolgen voor het milieu dan wel de bescherming van het milieu van de inrichting van appellant, kon de raad niet volstaan met een verwijzing naar artikel 1.1a van de Wabo. De raad heeft het besluit in zoverre niet zorgvuldig voorbereid. Het betoog slaagt.”

Zie uitspraak ABRS 12 november 2014, no. 201306356/1/R3

Bel voor meer informatie over plattelandswoningen en spuitzones naar mr. Marian Harberink,

spuitvrije zone vastleggen in bestemmingsplan

Spuitvrije zone vastleggen in bestemmingsplanspuitvrije zone

In de praktijk bestaat er veel onzekerheid bij omwonenden van met name percelen met bollen- en fruitteelt over de risico’s van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen op hun gezondheid.

Over de vraag of omwonenden van boomgaarden en bollenvelden meer kans op gezondheidsschade lopen heeft de Gezondheidsraad (GR) zich dit jaar gebogen. In het door de GR in januari 2014 uitgebrachte advies wordt aanbevolen om nader onderzoek te doen naar de blootstelling en het gezondheidsrisico voor omwonenden. Het kabinet heeft deze aanbeveling overgenomen. Het onderzoek wordt op zijn vroegst verwacht in 2015.

In de tussentijd kan er in de praktijk al veel gedaan worden om de risico’s voor omwonenden te beperken. Met het citeren van mijn artikel in Milieu & Recht (Intensief gewasbeschermingsmiddelengebruik bij open teelten. Zet de Wro in ter bescherming van omwonenden, geeft de GR ook als aanbeveling om in bestemmingsplannen spuitvrije zones en afstandseisen op te nemen. Ik raad gemeenten ten zeerste aan om dit te doen. Het is zowel in het belang van de omwonenden als voor de agrariër.

50 meter afstand is natte vingerwerk

In de praktijk en rechtspraak wordt uitgegaan van een afstand van 50 meter tussen een gevoelige functie en een agrarisch perceel met (fruit)bomenteelt. Deze vuistregel wordt bijna toegepast als een wettelijke regeling. De afstand van 50 meter is echter natte vingerwerk. De afstand hangt vooral af van het soort teelt, de giftigheid van de gewasbeschermingsmiddelen die gebruikt worden, de wijze van spuiten, de plaatselijke situatie, windhagen, het geldende bestemmingsplan, etc. Deze omstandigheden zijn overal verschillend. Om die reden is het bepalen van een geschikte en verantwoordelijke afstand en de onderbouwing ervan maatwerk. Zowel grotere als kleinere afstanden zijn mogelijk.

Waarom bufferzones in het bestemmingsplan?

Bij de voorbereiding van de meeste bestemmingsplannen voor het buitengebied wordt niet goed nagedacht over het al dan niet toestaan van specifiek fruit- of bollenteelt op agrarische percelen en het instellen van bufferzones, spuitzones of teeltvrije zones. Binnen de meeste agrarische bestemmingen zijn vrijwel alle vormen van agrarische open teelten zonder enige beperking mogelijk. Ik adviseer gemeenten om hierover na te denken bij een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied.

Voor zowel telers als omwonenden is het prettig dat ze naast elkaar kunnen leven zonder dat ze elkaar onnodig tot last zijn en elkaar in de haren vliegen. In onze praktijk hebben we regelmatig contact met zowel fruit- en boomtelers als met gemeenten en particulieren. Er is vaak sprake van wederzijds onbegrip. De teler wordt meestal een gebrekkige communicatie verweten en de gemeente wordt vaak tegengeworpen dat ze de woningen te dicht bij boomgaarden of andere open teelten situeren zonder enig onderzoek of maatregelen.

Afhankelijk van het soort teelt en of er sprake is van een (watertoevoerende) sloot, stelt het Activiteitenbesluit milieubeheer het hanteren van teeltvrije zones verplicht. Hoewel de doelstelling van het Activiteitenbesluit bij deze bepalingen meer ziet op de bescherming van het milieu (in dit geval het water) kan het juridisch vertalen van dergelijke bufferzones in bestemmingsplannen ertoe leiden dat er in de buurt van woningen bijv. geen (fruit)bomen meer worden gesitueerd en dat er dus in die zone ook geen chemische gewasbeschermingsmiddelen meer hoeven te worden gebruikt. Onderdeel van de afweging die bij het bestemmingsplan gemaakt dient te worden – een goede ruimtelijke ordening – is ook de volksgezondheid. Ik adviseer gemeenten om bij een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied dit onderdeel ook voortaan te onderzoeken en in gesprek te gaan met zowel de telers als met de omwonenden.

Meer weten over het instellen van spuitvrije zones en spuitzones in het bestemmingsplan?

Gemeente neem teeltvrije zone fruitteelt op in bestemmingsplan

Gemeente neem teeltvrije zone fruitteelt op in bestemmingsplan

Waarom de gemeente teeltvrije zones moet opnemen in het bestemmingsplan bij fruitteelt

In de fruitteelt worden vaak chemische gewasbeschermingsmiddelen gebruikt die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van omwonenden. Met name de drift – verwaaiing van spuitvloeistof – kan een bedreiging vormen doordat het op korte afstand hoog boven de bomen uitwaait. Het is om die reden belangrijk zo veel mogelijk afstand te houden tussen nieuwe woningen en percelen met fruitteelt.

In het spoor van het bestemmingsplan geldt een praktijkregel die aangeeft dat een afstand van 50 meter tussen een gevoelige functie, zoals een woning, en een perceel met fruitteelt volstaat. Dit is echter natte vinger werk. In bepaalde gevallen dient er zelfs meer afstand te worden aangehouden. Soms is een kortere afstand mogelijk. Dit hangt van veel factoren af. Om die reden dient er altijd onderzoek te worden uitgevoerd welke afstand in een specifiek geval geldt. U kunt dus niet één-op-één bestaand onderzoek overnemen zonder dit op het specifieke geval af te stemmen en af te wegen. Verder dient er een vertaling plaats te vinden naar het bestemmingsplan.

In het spoor van milieuregelgeving is het Activiteitenbesluit milieubeheer van belang. In par. 3.5.3 zijn bepalingen opgenomen over het telen van gewassen in de open lucht, zoals de fruit- en bomenteelt. Deze bepalingen zijn met name ingegeven om het watermilieu te beschermen. Binnen een bepaalde afstand vanaf de insteek van een wateroppervlaktelichaam (watertoevoerende sloot) is het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen aan banden gelegd. De afstand en het toegelaten gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen is afhankelijk van het soort teelt. Het bevoegd gezag voor de naleving van deze regels is het waterschap.

Het is raadzaam om deze verplichtingen uit het Activiteitenbesluit ook op te nemen in het bestemmingsplan. Er kan dan via twee sporen handhavend worden opgetreden. Door de teeltvrije zone als ‘milieuzone’ op te nemen op de verbeelding en in de planregels kan er ook op grond van het bestemmingsplan handhavend worden opgetreden. Verder is de breedte van de zone bepalend bij de in acht te nemen afstand tussen woningen en open teelten, zoals de fruitteelt.

Meer weten? 

Spuitzone 50 meter afstand in bestemmingsplan is natte vingerwerk

Spuitzone 50 meter afstand in bestemmingsplan tussen boomgaard en woning is natte vingerwerk

Het wonen in een gebied omgeven door fruitbomen wordt door veel mensen als aantrekkelijk ervaren. In de praktijk worden dan ook regelmatig woningen gebouwd op bouwpercelen die in de nabijheid liggen van agrarische percelen met open teelten, zoals fruitbomen. Met name de drift die vrijkomt bij het bespuiten van fruitbomen of andere agrarische gewassen kan schadelijk zijn voor de gezondheid van omwonenden. Voor agrarische percelen met open teelten gelden geen wettelijke afstandseisen. In de praktijk bestaat een vuistregel dat tenminste een afstand van 50 m moet worden aangehouden tussen een woning en een boomgaard. Deze vuistregel wordt door de Afdeling niet onredelijk geacht.spuitzone 50 meter

Afstanden tussen agrarische percelen en woningen zijn belangrijk

Voldoende afstand tussen een perceel met fruitbomen en een nieuw te bouwen woning is erg belangrijk. Aan de ene kant vanwege het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en de bijbehorende gezondheidsrisico’s, aan de andere kant mag de agrariër niet in zijn bedrijfsvoering worden gehinderd vanwege de aanwezigheid van een woning. Afhankelijk van de toxiciteit van het gewasbeschermingsmiddel die de agrariër gebruikt, kan met name de drift die vrijkomt bij het bespuiten van gewassen een gevaar vormen voor de gezondheid van omwonenden. Om die reden is het houden van afstand belangrijk indien er voor de gezondheid van omwonenden risicovolle gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt.

Vuistregel spuitzone 50 meter afstand is natte vingerwerk

De afstand die in de praktijk bestaat om tenminste 50 meter aan te houden is willekeurig gekozen. Voor sommige middelen is het zelfs raadzaam om grotere afstanden aan te houden. De te bepalen afstand is geheel afhankelijk van de toxiciteit van het door de agrariër gebruikte gewasbeschermingsmiddel. Om die reden moet altijd onderzocht worden welke middelen de agrariër gebruikt bij het bespuiten van de gewassen. Deze stap wordt in de praktijk vaak overgeslagen. Klakkeloos wordt een 50 meter afstand aangehouden of verkort zonder nadere onderbouwing. De bepaling van de afstand moet altijd gemotiveerd worden en gebaseerd zijn op onderzoek. Elk dossier is anders.

Dit artikel is een korte bewerking van een artikel dat eerder verscheen van mr. Marian Harberink in Milieu & Recht: ‘Intensief gewasbeschermingsmiddelen gebruik bij open teelten – Zet de Wro in ter bescherming van de gezondheid van omwonenden’ (M en R 2011, 168). 

Meer weten? Bel, mail of lees dit artikel

Gemeenten zijn onnodig voorzichtig bij verkorten afstanden spuitzone fruitteelt in bestemmingsplan

Gemeenten zijn onnodig voorzichtig bij verkorten afstand bij spuitzone fruitteelt en woningen

Spuitzone fruitteelt – In de praktijk maak ik regelmatig mee dat ambtenaren bij gemeenten vaak onnodig voorzichtig zijn bij de beoordeling van dossiers waar bepaald dient te worden welke afstand voldoende is tussen een agrarisch perceel met open teelten zoals een boomgaard en woningen. Deze voorzichtigheid komt naar mijn mening voort uit onwetendheid en de angst om keuzes te maken. Ik ben het met ze eens dat voorzichtigheid geboden is. Te voorzichtig is echter niet nodig.

Welke afstand voldoende is hangt heel erg af van het soort teelt en de hierbij vaak gebruikte gewasbeschermingsmiddelen. Er zijn nog tal van andere factoren die een rol spelen, zoals windrichting en driftbeperkende maatregelen. Het is altijd belangrijk om met onderzoek aan te tonen dat een afstand verkort kan worden (of niet).

In een uitspraak van 18 december 2013, no. 201211993/1/R2 eist de gemeente zelfs een afstand van 65 meter en geeft de gemeente aan dat het niet kan worden uitgesloten dat de haag in de toekomst zal worden gerooid of geheel zal verdwijnen. Naar mijn mening gaat de gemeente hier echt te ver. In het bestemmingsplan kunnen ‘zekerheden’ worden geborgd: 100% zekerheid krijg je hiermee echter niet.

Spuitzone boomgaard VNG-brochure is niet van toepassing bij open teelten

Spuitzone boomgaard: VNG-brochure niet van toepassing  bij open teelten

In de praktijk gaat het regelmatig mis met dossiers die gaan over de te bepalen afstand tussen woningen en landbouwgronden met open teelten. Vaak wordt uitgegaan van de richtafstanden die genoemd worden in de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering. Al meerdere malen heeft de Afdeling bepaald dat voornoemde brochure niet van toepassing is. Dit komt omdat in de VNG-brochure afstanden worden genoemd tussen bebouwing en niet tussen bebouwing en open teelten.spuitzone boomgaard

Verder bevestigt de Afdeling ook nog eens dat ook de regelgeving voor inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer ook niet van toepassing is op open teelten, omdat deze gronden geen deel uitmaken van een inrichting. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient de gemeente wel af te wegen of er voldoende afstand tussen de landbouwgronden en de woningen. In het kader van deze beroepsprocedure heeft appellant echter niet naar voren gebracht dat bijv. onvoldoende afstand risico’s met zich kan brengen voor de gezondheid van de omwonenden. Om deze reden is de Afdeling niet verder ingegaan op dit aspect.

Het aspect spuitzone boomgaard dient te worden onderzocht in het kader van een goede ruimtelijke ordening, en dus bij ruimtelijke besluitvorming.

Zie uitspraak ABRS 31 juli 2013, no. 201301703/1/R6

omgevingsjurist

Bestemmingsplan en spuitzones vanwege gebruik gewasbeschermingsmiddelen

Spuitzones bestemmingsplan en locatiespecifiek onderzoekspuitzones bestemmingsplan

Vanwege het ontbreken van wetgeving bestaat er een vuistregel dat er een afstand van 50 m moet worden aangehouden tussen een gevoelige bestemming en een agrarisch perceel met open teelten waarop chemische gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. Deze afstand – die door de Afdeling niet onredelijk wordt gevonden – is m.i. echter ‘natte vingerwerk’. De aan te houden afstand hangt namelijk met name af van de toxiciteit van het gebruikte gewasbeschermingsmiddel en de intensiteit van de bespuitingen. Met name in de fruitteelt is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen het meest intensief.

In de praktijk wordt dikwijls van voornoemde afstand afgeweken zonder onderzoek. In de casus die aan de orde was in de uitspraak van de Afdeling van 23 november 2011, no. 201004293/1/R4 hanteerde de gemeente een afstand van respectievelijk 10 m en 32 m tussen de fruitboomgaarden en de voorziene woningen. De gemeente gaf aan dat deze afstanden voldoende waren om het risico van blootstelling aan bestrijdingsmiddelen tot een aanvaardbaar niveau te beperken, op voorwaarde dat de fruitboomgaarden worden afgeschermd door een (winter)groene windhaag. De Afdeling gaat hier niet in mee en vernietigt het besluit vanwege strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. Het onderzoek dat de gemeente had uitgevoerd was niet toereikend.

Praktijktip: De afscherming van een groene haag kan in bepaalde gevallen de drift van gewasbeschermingsmiddelen beperken. Dit dient echter wel onderzocht te worden door middel van locatiespecifiek onderzoek. M.a.w. welke middelen worden gebruikt in de boomgaard? Wat is de toxiciteit van de gewasbeschermingsmiddelen, etc.

Voor meer informatie over spuitzones en bestemmingsplan, lees verder