VNG-brochure: gemengd gebied of gebied met functiemenging?

VNG-brochure: gemengd gebied of gebied met functiemenging?VNG-brochure

Bij het bepalen van een geschikte afstand tussen milieugevoelige functies en bedrijvigheid is het erg belangrijk om het plangebied en de directe omgeving goed te kwalificeren. Wat is het voor een gebied? Welke functies komen er voor? De definities van gemengd gebied en gebied met functiemenging uit de VNG-brochure worden in de praktijk nogal eens door elkaar gebruikt. Hieronder een handig overzicht en jurisprudentie over dit onderwerp.

Milieuzonering is afhankelijk van omgevingstype – De VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ (editie 2009) bevat 2 systemen voor de beoordeling van de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten in de buurt van woningen in nieuwe situaties:

  • Richtafstanden tussen bedrijven en milieugevoelige functies
  • Afzonderlijke beoordelingssystematiek voor gebieden met functiemenging

Verschil tussen gemengd gebied en gebied met functiemenging in het kort

Het begrip Gemengd gebied wordt in de VNG-brochure gebruikt om richtafstanden tussen een bedrijventerrein of bedrijfslocatie en een gebied met een variatie aan functies weer te geven. De VNG-brochure geeft de volgende definitie aan: “Een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor, zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid. Daarnaast gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen.” Zie onder A.

Een gebied met functiemenging wordt daarentegen gebruikt om aan te geven welke functies binnen een gebied met functiemenging onder welke voorwaarden toelaatbaar zijn. De VNG-brochure bevat daarvoor geen richtafstanden, maar kent 3 milieucategorieën aan de hand waarvan de toelaatbaarheid van activiteiten wordt beoordeeld. Zie onder B.

A: bijlage 1: richtafstanden tussen bedrijven en milieugevoelige functies

Lijst 1 van bijlage 1 bevat richtafstanden ten opzichte van een rustige woonwijk. Deze richtafstanden zijn afgestemd op de omgevingskwaliteit zoals die wordt nagestreefd in een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype. In de VNG-brochure is vermeld dat de richtafstanden uit bijlage 1 met één afstandsstap kunnen worden verlaagd indien sprake is van het omgevingstype gemengd gebied. Een richtafstand van 100 meter wordt in een dergelijk geval 50 meter. Aangenomen wordt namelijk dat een dergelijke omgeving al een hogere milieubelasting kent.

B: bijlage 4: beoordelingssystematiek voor gebieden met functiemenging

Het begrip gebied met functiemenging wordt gebruikt om een gebied aan te duiden waar men te maken heeft met milieubelastende en milieugevoelige functies die op korte afstand van elkaar zijn gesitueerd of waar men een grote levendigheid tot stand wil brengen. Belangrijk is dat de functies in dat gebied tenminste in enige mate elkaar moeten afwisselen. Dus niet bijv. alleen aan de randen van dat gebied. De richtafstanden uit bijlage 1 zijn in dat geval niet toepasbaar. In bijlage 4 worden 3 milieucategorieën toegekend:

  • bedrijven van categorie A: toelaatbaar aanpandig aan woningen
  • bedrijven van categorie B: toelaatbaar als ze bouwkundig zijn afgescheiden van woningen
  • bedrijven van categorie C: toelaatbaar indien gesitueerd aan een hoofdweg

Jurisprudentie over omgevingstypen gemengd gebied en gebied met functiemenging

  • ABRS 16 november 2016, no. 201604215/1/R6 – functies in gebied met functiemenging moeten elkaar tenminste in enige mate afwisselen
  • ABRS 14 december 2016, no. 201505759/2/R1, r.o. 7 – overgangsgebied tussen stad en een regionaal bedrijventerrein gemengd gebied?
  • ABRS 22 april 2015, no. 201307903/1/R1, r.o. 15.4 – woningen nabij spoorlijn voor stoomtrein gemengd gebied?

Bel voor meer informatie met Marian Harberink: 06 – 55 89 70 08 of mail naar info@omgevingsjurist.nl.

 

 

VNG brochure bedrijven en milieuzonering en functiemenging

VNG brochure bedrijven en milieuzonering en functiemengingvng brochure bedrijven en milieuzonering

In een bestemmingsplan voor een centrumgebied wordt de herontwikkeling van een veilingterrein tot woningbouw mogelijk gemaakt. Appellanten zijn eigenaren van bedrijfspercelen die grenzen aan het plangebied. Zij vrezen voor belemmeringen in de bedrijfsvoering, een verminderde bereikbaarheid en parkeerproblemen. Verder betogen zij dat het plan de mogelijkheden tot herontwikkeling van hun percelen te veel belemmert. Ze geven daarnaast aan dat ten onrechte geen akoestisch onderzoek is verricht naar de feitelijke situatie.

De gemeente heeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan gekozen voor de systematiek van functiemenging uit de VNG brochure bedrijven en milieuzonering. In die systematiek zijn bedrijven van categorie A toelaatbaar als ze aanpandig zijn aan woningen. Bedrijven van categorie B zijn toelaatbaar als ze bouwkundig zijn afgescheiden van woningen. De VNG brochure bedrijven en milieuzonering stelt daarbij geen eisen aan de afstand tot de woningen. De systematiek is beschreven in par. 2.3 en par. 4.4 van de VNG brochure.

De enige bestemmingen in het plangebied zijn de bestemmingen Wonen en Verkeer. Andere in de VNG brochure genoemde functies, zoals winkels en horeca, zijn binnen het plangebied niet toegestaan.

De Raad van State geeft het volgende aan: “Naar het oordeel van de Afdeling vormt het plangebied een woongebied met een zodanig aantal woningen en een zodanige oppervlakte, dat het niet kan worden aangemerkt als deel van een gebied met functiemenging. Dat rond het plangebied verschillende functies zijn gevestigd, maakt dat niet anders. Een gebied met functiemenging is in de VNG brochure namelijk beschreven als een gebied met een variatie aan functies en de Afdeling leidt onder meer uit de afbeelding op p. 63 van de VNG-brochure af dat de functies binnen dat gebied elkaar tenminste in enige mate moeten afwisselen. Dat is hier niet het geval, nu het gaat om een gebied van ongeveer 1,4 hectare met uitsluitend een woonfunctie waarbij alleen aan de randen van dat gebied naast wonen ook andere functies aanwezig zijn.”

Les uit deze uitspraak: beschrijf heel goed de kwalificatie van het betreffende gebied. Gaat het om een gemengd gebied, een rustige woonwijk of buitengebied of een gebied met functiemenging. Onderbouw waarom en maak daarbij gebruik van luchtfoto’s en andere illustraties.

Meer weten over de VNG-brochure? Bel Marian Harberink via 06-55897008 of mail naar info@omgevingsjurist.nl.

Zie voor de uitspraak ABRS 16 november 2016, no. 201604215/1/R6

 

 

Richtafstanden VNG-brochure zijn indicatief

Richtafstanden VNG-brochure zijn indicatief voor goede ruimtelijke ordening

Bij het bepalen van een toepasselijke richtafstand moeten worden uitgegaan van de hoogste richtafstanden VNG-brochuremilieucategorie die planologisch gezien op de percelen mogelijk wordt gemaakt. Hierbij is het belangrijk om te checken of de aanduidingsvlakken op de verbeelding van een bestemmingsplan overeen komen met de perceelsgrenzen van het bedrijventerrein. Er moet namelijk worden gemeten vanaf de gevel van een gevoelige bestemming tot aan de grens van het bestemmingsvlak dat de bedrijvigheid mogelijk maakt.

Richtafstanden VNG-brochure zijn indicatief voor een goede ruimtelijke ordening. Dat wil zeggen dat er van kan worden afgeweken, mits, zoals de Afdeling het aangeeft ‘zorgvuldig voorbereid en onderbouwd‘.

In een uitspraak van 5 oktober 2016 van de Raad van State was er sprake van een functiewijziging van de bestemming Bedrijf naar Gemengd. Op een locatie in het plangebied is voorzien in studentenhuisvesting. De plaatselijke ondernemersvereniging brengt in beroep naar voren dat ze vreest dat door de komst van de studentenhuisvesting op het bedrijventerrein de daar gevestigde bedrijven beperkt zullen worden in hun bestaande en toekomstige bedrijfsvoering. De raad heeft ter plaatse van het meest geluidproducerende bedrijf geluidsmetingen verricht. Volgens de raad liggen de bestaande woonwijken op ongeveer gelijke afstand van het bedrijf. Verder liggen er op kortere afstand bedrijfswoningen, die woningen kunnen volgens de raad als maatgevend worden beschouwd. Verder ligt er afschermende bebouwing tussen het perceel van het bedrijf en de voorziene studentenhuisvesting. Ook vinden de activiteiten van het bedrijf hoofdzakelijk inpandig plaats. Een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van de voorziene studentenhuisvesting is daarom gewaardborgd, aldus de raad. De Raad van State oordeelt dat deze aannames te kort door de bocht zijn en onzorgvuldig zijn onderzocht.

Voor vragen over bedrijven en milieuzonering, neem contact op met mr. Marian Harberink. Bel 06-55897008.

VNG-brochure toekomstige bedrijfsvoering meenemen

VNG-brochure ook toekomstige bedrijfsvoering meenemen

Uit deze uitspraak van 20 november 2013, no. 201301737/1/R4 blijkt weer eens hoe belangrijk het is om bij het afwijken van de richtafstanden die in de VNG-brochure zijn opgenomen de gehele bedrijfsvoering mee te nemen. Niet alleen de bestaande, maar ook de uitbreidingsruimte die op basis van het bestemmingsplan voor het bedrijf is toegestaan. Hierbij moet worden uitgegaan van de maximale planologische mogelijkheden.

VNG-brochure: onder rustige woonwijk valt ook rustig buitengebied

VNG-brochure: onder rustige woonwijk valt ook rustig buitengebied

In de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ worden richtafstanden genoemd die worden aanbevolen tussen gevoelige functies, zoals wonen, en bedrijvigheid. In een uitspraak van de Afdeling van 25 september 2013, no. 201207115/1/R1 komt de aanbevolen afstand van een kleinschalige camping tot woningen aan de orde. De richtafstand van 50 meter geldt voor het omgevingstype ‘rustige woonwijk’.

Appellant voert in beroep aan dat de gemeente deze afstand niet heeft kunnen toepassen, omdat er in dit geval sprake is van het buitengebied en niet van een stedelijke omgeving.

De Afdeling geeft het volgende aan: “In de VNG-brochure wordt een afstand van 50 m geadviseerd tussen een geluidgevoelig object en een kampeerterrein met keuken. Deze richtafstand geldt voor het omgevingstype ‘rustige woonwijk’. In de VNG-brochure staat dat daaronder ook wordt begrepen ‘rustig buitengebied’. Gelet hierop heeft de raad in redelijkheid aansluiting kunnen zoeken bij de richtafstand uit de VNG-brochure”. 

De Omgevingsjurist – specialist in onderbouwingen voor bedrijven en milieuzonering

omgevingsjurist

Akoestisch onderzoek veehandelstransportbedrijf uitgaan van representatieve invulling van maximale mogelijkheden bestemmingsplan

Akoestisch onderzoek: bij berekening geluid (veehandelstransport)bedrijf uitgaan van representatieve invulling van maximale mogelijkheden bestemmingsplan

Het bestemmingsplan in kwestie maakt de vestiging mogelijk van een veehandel- en transportbedrijf. In de directe omgeving liggen zowel burgerwoningen als bedrijven. De hoofdactiviteit van het bedrijf is transport. Daarnaast zullen er telkens gemiddeld 100 varkens in een stal worden gehuisvest in afwachting van transport.

Volgens appellant wordt er niet voldaan aan de aanbevolen richtafstand van 100 meter (aspect geluid) en heeft de gemeente onvoldoende gemotiveerd waarom van deze afstand kan worden afgeweken. De woning van appellant ligt op 67 meter van het bestemmingsvlak ‘Bedrijf’ dat het veehandelstransportbedrijf mogelijk maakt.

De gemeente stelt zich op het standpunt dat de aanbevolen richtafstand van 100 meter niet haalbaar is, omdat binnen deze afstand reeds burgerwoningen staan. Voor de vraag of er ter plaatse van deze woningen een aanvaardbaar woon- en leefklimaat aanwezig is, heeft de gemeente aansluiting gezocht bij de Handreiking Industrielawaai 1998. Voor de vraag of er kan worden voldaan aan de genoemde normen in de Handreiking heeft de gemeente akoestisch onderzoek laten opstellen. In het akoestische onderzoek is vermeld dat de piekgeluiden afkomstig zijn van optrekkende en afremmende vrachtwagens bij de poort en de weg nabij de oprit. Los van het aantal vrachtwagens dat de inrichting aandoet zal het piekgeluidniveau hetzelfde zijn.

De gemeente is van mening dat bij het bepalen van de piekgeluiden van de feitelijke bedrijfsvoering dient te worden uitgegaan en dat daarom is uitgegaan van de vrachtwagens van het bedrijf die een bronvermogen van 105 dB(A) hebben.

De Afdeling overweegt als volgt: “In het kader van het beoordelen van de gevolgen van een bestemmingsplan dient in dit geval evenwel te worden uitgegaan van een representatieve invulling van de maximale mogelijkheden van het bestemmingsplan. In het deskundigenbericht is vermeld dat het bronvermogen van een gemiddelde vrachtwagen 108 dB(A) is. Nu de raad is zoverre niet is uitgegaan van een representatieve invulling van het plan en de gevolgen hiervan, is het bestreden besluit in zoverre niet zorgvuldig voorbereid.”

Zie uitspraak ABRS 4 september 2013, no. 201202652/1/R3.

Spuitzone boomgaard VNG-brochure is niet van toepassing bij open teelten

Spuitzone boomgaard: VNG-brochure niet van toepassing  bij open teelten

In de praktijk gaat het regelmatig mis met dossiers die gaan over de te bepalen afstand tussen woningen en landbouwgronden met open teelten. Vaak wordt uitgegaan van de richtafstanden die genoemd worden in de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering. Al meerdere malen heeft de Afdeling bepaald dat voornoemde brochure niet van toepassing is. Dit komt omdat in de VNG-brochure afstanden worden genoemd tussen bebouwing en niet tussen bebouwing en open teelten.spuitzone boomgaard

Verder bevestigt de Afdeling ook nog eens dat ook de regelgeving voor inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer ook niet van toepassing is op open teelten, omdat deze gronden geen deel uitmaken van een inrichting. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient de gemeente wel af te wegen of er voldoende afstand tussen de landbouwgronden en de woningen. In het kader van deze beroepsprocedure heeft appellant echter niet naar voren gebracht dat bijv. onvoldoende afstand risico’s met zich kan brengen voor de gezondheid van de omwonenden. Om deze reden is de Afdeling niet verder ingegaan op dit aspect.

Het aspect spuitzone boomgaard dient te worden onderzocht in het kader van een goede ruimtelijke ordening, en dus bij ruimtelijke besluitvorming.

Zie uitspraak ABRS 31 juli 2013, no. 201301703/1/R6

omgevingsjurist

VNG-brochure ijsbaan past niet in omschrijving

VNG-brochure ijsbaan – past niet in omschrijving VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’. Wil niet zeggen dat er geen afweging moet plaatsvinden in kader van goed woon- en leefklimaat voor nabij gelegen woning

Via een bestemmingsplan maakt de gemeente een tijdelijke ijsbaan mogelijk. Appellant betoogt in beroep dat zijn privacy wordt aangetast door de voorziene ijsbaan, gelet op de beperkte afstand tussen de ijsbaan en zijn woning. Hij beroept zich hierbij op richtafstanden uit de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’. Volgens de raad is de VNG-brochure niet toegepast, omdat de ijsbaan naar verwachting slechts enkele dagen per jaar zal worden gebruikt. Volgens de raad is niet meer hinder te verwachten dan normaal te achten is in het maatschappelijk verkeer.

De Afdeling overweegt:De ijsbaan is voorzien op 12 meter van de woning van appellant. Tijdens schaatsdagen zal de baan verlicht worden en zal er muziek ten gehore worden gebracht. Hierdoor is het aannemelijk dat appellant hinder zal ondervinden van de ijsbaan op schaatsdagen, waarbij het aantal schaatsdagen niet van te voren bekend is. De raad heeft de mogelijke gevolgen van de ijsbaan voor het woon- en leefklimaat van appellant echter in het geheel niet onderzocht. Dit klemt des te meer nu in het plan geen beperkingen zijn opgenomen omtrent het maximale aantal dagen dat de ijsbaan mag worden gebruikt en het maximum aantal bezoekers. Gelet hierop is de Afdeling van oordeel dat de raad zich zonder nader onderzoek niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de te verwachten hinder op het perceel van appellant geen onaanvaardbare gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat van appellant. (…).”

Zie uitspraak ABRS 6 maart 2013, no. 201204455/1/R4.

omgevingsjurist

VNG-brochure motorwinkel – kleinschaligheid van motorwinkel in verband met gevaar

VNG-brochure motorwinkel – Gewenste kleinschaligheid van motorshop in verband met geluidsoverlast borgen in planregels en verbeelding van bestemmingsplanVNG brochure motorwinkel

Het bestemmingsplan maakt een motorshop mogelijk met ondergeschikte reparatie van motoren. Appellanten betogen dat zij geluidhinder zullen ondervinden vanwege de werkzaamheden in de werkplaats en indirecte geluidhinder vanwege de verkeersaantrekkende werking van de motorshop.

De raad betoogt dat kan worden voldaan aan de geluidvoorschriften uit het Barim en dat daarom kan worden afgeweken van de in de VNG-brochure aanbevolen afstanden wat betreft het aspect geluid en gevaar.

Volgens de Afdeling staat vast dat de woning op een afstand van slechts 4 meter is gelegen tot het bouwvlak van de voorziene motorwinkel. Wat betreft het aspect gevaar heeft de raad zich op het standpunt gesteld dat kan worden afgeweken van de VNG-brochure, nu dat aspect met name een rol speelt bij grootschalige werkplaatsen voor de reparatie van motorfietsen, terwijl het plan voorziet in een kleinschalige motorwinkel waarbij reparatie en onderhoudswerkzaamheden ondergeschikt zijn aan de verkoop van motoren. De raad heeft ter zitting toegelicht dat de ondergeschiktheid van de werkplaats aan detailhandel is gewaarborgd doordat in de plantoelichting een bouwtekening van de motorwinkel is opgenomen en met het plan is beoogd overeenkomstig deze bouwtekening maximaal een oppervlakte van 70 m² voor de werkplaats mogelijk te maken.

Uit artikel 3.1.6, eerste lid, van het Besluit ruimtelijke ordening volgt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een plantoelichting. Deze plantoelichting maakt geen deel uit van het plan. Aan de plantoelichting en de daarin opgenomen bouwtekening komt derhalve geen bindende betekenis toe. Nu de raad mede vanuit het oogpunt van veiligheid heeft beoogd een werkplaats van 70 m² mogelijk te maken, is het plan in zoverre in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid vastgesteld en berust het in zoverre niet op een draagkrachtige motivering.”

Zie uitspraak ABRS 13 februari 2013, no. 201112037/1/R4.

omgevingsjurist

woningen op niet gezoneerd bedrijventerrein worden in kader van milieuregelgeving minder beschermd dan woningen buiten een niet-gezoneerd bedrijventerrein

Woningen op niet gezoneerd bedrijventerrein worden in kader van milieuregelgeving minder beschermd dan woningen buiten een niet-gezoneerd bedrijventerrein

Dit onderwerp komt aan de orde in een uitspraak van de Afdeling van 30 januari 2012. De gemeente heeft een ontwerpbestemmingsplan in procedure gebracht voor het mogelijk maken van een woning op een afstand van ongeveer 30 meter van een tankstation. Naar aanleiding van een zienswijze van de exploitant van het tankstation, heeft de raad vervolgens het verzoek om herziening van het bestemmingsplan geweigerd.

De garage met het tankstation is een categorie 3 bedrijf, waarvoor in de Staat van Bedrijfsactiviteiten van het ontwerpbestemmingsplan een richtafstand van 50 meter staat genoemd. Nabij het tankstation staat een reeds bestaande bedrijfswoning. De afstand van deze bedrijfswoning tot het tankstation is ongeveer 9 meter.

De gemeente stelt dat het aannemelijk is dat een nieuwe woning op het perceel de uitbreidingsmogelijkheden van het tankstation zou kunnen beperken.

De Afdeling overweegt:De omstandigheid dat de bedrijfswoning op het perceel dichterbij dit bedrijf staat leidt niet tot een ander oordeel. Weliswaar wordt deze woning in het kader van de milieuregelgeving ook beschermd tegen geluidoverlast als gevolg van een inrichting waartoe deze niet behoort, maar de woning staat op een niet-gezoneerd bedrijventerrein. Aan woningen op een niet-gezoneerd bedrijventerrein komt in het kader van de milieuregelgeving op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer en volgens de Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening minder bescherming toe dan aan woningen buiten een niet-gezoneerd bedrijventerrein.”

Zie uitspraak ABRS 30 januari 2013, no. 201207709/1/R1

omgevingsjurist